Vught is de beste woongemeente van Brabant en eindigde bij de verkiezing in het Elseviers Weekblad landelijk op een veertiende plek. Bij mij thuis hebben we nog even getwijfeld of we de vlag zouden uithangen, maar met al die omgekeerde driekleuren hebben we daar vanaf gezien. Trots waren we wel, maar niet verrast. Al meer dan een halve eeuw ben ik de verpersoonlijking van de zendeling die deze boodschap predikt. Want ik ben een bevoorrecht mens om in dit deftige, elitaire dorp te mogen verblijven. Mijn hele leven ervaar ik in gezelschap dat bij de boodschap “Ik kom uit Vught” er altijd even een nerveuze stilte valt. Dat gebeurt niet bij Boxtel, Zierikzee, Dokkum of Geleen. Ook niet bij de grote steden zoals Amsterdam of Den Haag. Vught roept iets op van “Zoooo, hij wel…”
Het was de vijfentwintigste keer dat Elsevier de enquête hield en evenzoveel keren was mijn dorp vertegenwoordigd bij de meest geambieerde gemeenten waarvan er in Nederland toch snel zo’n 344 zijn. Maar vergis U niet. Mooier dan 2004 gaat het niet meer worden, toen voerden we de ranglijst namelijk aan als heerlijkste woonplaats van ons gehele land. Het blad liet aansprekende foto’s zien van door struweel omgeven lanen met pittoreske landhuizen verscholen in het groen van decennia-oude bomen. Ik ga U niet verklappen waar de opnames gemaakt waren, maar U heeft vast een idee.
De enquête hield een vragenlijst in van 101 (?) vragen en ging over geijkte vragen als de opbouw van de bevolking, de bereikbaarheid, onderwijsmogelijkheden, zorg, veiligheid , sportverenigingen, cultuur, recreatie en horeca. En niet te vergeten de verkeersveiligheid en het sociale leven. En daarbij scoorden we blijkbaar meestentijds hoog. Was het wat minder dan waren de oorzaken ook snel gevonden. Want hebben we niet de strengst beveiligde gevangenis van Nederland en zijn er niet talloze instellingen waar de visueel gehandicapte mens wordt geholpen en ook de medemens met geestelijke problemen vindt in Vught een alleszins gerespecteerde verzorging .
Dit alles is uiteraard koren op de volop draaiende molen van onze Eerste Burger de heer Van de Mortel. Onze burgemeester reageerde als een van de eersten op de heuglijke boodschap van dit jaar, Direct wist de gepassioneerd ambassadeur van ons dorp volop lof toe te zwaaien aan alle charitatieve instellingen met hun veelal gemotiveerde vrijwilligers. Ook de vele verenigingen kregen een aai over de bol.
Toch hierbij enkele kanttekeningen. In mijn herinnering was Vught een halve eeuw geleden een nog veel schonere leefgemeenschap. Als schoolkind met mijn eerste grotemensentanden en in korte broek met bretels leidde mijn vader me langs de grote landhuizen die toen nog fier overeind stonden en bij de toen nog vele onverharde bospaadjes die naar de onheilspellend grote Vughtse Heide leidden werd stilgestaan met de mededeling dat het daar duister en dus gevaarlijk was. Ik wist waar de salamanders zaten en wist de vele nesten van eekhoorns te vinden. Er waren nog nostalgische winkeltjes met tal van specialiteiten en bij de IJzeren Man stalde je je fiets in de fietsenstalling. Dan kreeg je een bonnetje en dat moest je bewaren. Verloren of vergeten betekende dat je bij je vertrek moest blijven wachten tot alle fietsen weg waren. Die laatste fiets was dus die van jou. Het politiecorps bestond nog uit tientallen agenten die op de meest onverwachte plaatsen opdoken en bij parken stonden minstens twee borden; “Gelieve het gras niet te betreden” of nog duidelijker: “Verboden toegang voor onbevoegden”.
Veel is verdwenen en heel veel heeft plaats moeten maken voor noviteiten die ik absoluut niet kan waarderen. Ik orakel daarom zomaar even dat onze Gouden Eeuw de komende jaren voorbij zal gaan. Laat mij maar de kanarie in de kolenmijn zijn. Nu de IJzeren Man wordt aangepast aan de nieuwe commerciële wensen van de samenleving en dus steeds meer het karakter krijgt van de Efteling vrees ik voor weer een teloorgang van mijn aloude Vught. Ik voorzie daar ook een uiterst grote betaalde parkeergelegenheid waar alle bomen straks zijn verdwenen ten faveure van klinkers en beton. Datzelfde geldt voor Huize Bergen waar het grind oprukt en waar dagelijks de gasten in groten getale hun auto’s stallen voor het bijwonen van bruiloften, diners en andere bijeenkomsten. Benieuwd wie straks het nog altijd sprookjesachtige Roucouleur gaat verbouwen naar een Chinees restaurant en welke schoonheidscommissie de Vughte Toren tien meter naar Links gaat plaatsen. Ik ga schoorvoetend voorbij aan de ophanden zijnde ontbossing aangaande de aankomende verlaagde spoorlijn en de te verwezenlijken verbrede N65. Een revolutie is aanstaande.
En waar ik ook niet aan moet denken is het noodlot dat ons boven het hoofd hangt als de huidige burgemeester naar elders vertrekt. Want ik ben ervan overtuigd dat zijn persoon ook garant staat voor de hedendaagse florissante hoge noteringen. Een betere krijgen we niet.