
Peter Corvers
“Het platteland dreigt nu een bedrijventerrein te worden met loodsen, hallen en werven en dat past niet bij Vught”, orakelde Marente Lokin van IVN/Natuur- en Milieugroep Vught (IVN/NMV) tijdens de raadsdialoog op 14 september. Op de agenda stond de vrijkomende agrarische bebouwing (VAB), oftewel: wat moet er gebeuren met stallen die leegkomen omdat boeren stoppen met hun bedrijf?
Momenteel zijn er nog 80 agrarische bedrijven in Vught, Cromvoirt en Helvoirt. De komende 10 jaar stoppen zo’n 30 agrarische ondernemers met hun bedrijf, zo blijkt uit gemeentelijke stukken. Wat moeten de boeren daarmee? En hoe wordt voorkomen dat er in leegkomende bebouwing ongewenste activiteiten gebeuren, in het ergste geval ondermijnende criminaliteit.
Volgens de huidige VAB-regels mag bij beëindiging van een bedrijf de bestemming van een agrarische bedrijfswoning een woonbestemming krijgen met daarbij maximaal 200 vierkante meter aan bijgebouwen inclusief agrarische bijgebouwen die niet worden gesloopt. De agrariër moet dan aan een aantal voorwaarden voldoen en omwonenden hebben inspraak. Dit is het beleid van de voormalige gemeente Haaren dat Vught, nadat het aanvankelijk zich daartegen verzette omdat het ook industriële beren op de weg zag, vorig jaar heeft overgenomen.
De Vughtse Natuur- en Milieugroep ziet het buitengebied al veranderen in een industrieterrein en stelde beroep in tegen dat VAB-beleid. Volgens de milieuclub is dit beleid in strijd met provinciale regels. Opmerkelijk: de provincie complimenteerde de gemeente Haaren destijds nog met het VAB-beleid waarmee Haaren koploper in Brabant was, regels dus die nu in heel Vught gelden. De beroepszaak dient in november bij de Raad van State.
Waar zijn de Vughtse milieufreaks bang voor? Het buitengebied dat in een bedrijventerrein verandert? Waar is dat op gebaseerd? Met het huidige beleid is dit ook onmogelijk. Volgens IVN/NMV kunnen het best woningen worden gebouwd op die leegkomende agrarische percelen want daar is het meest behoefte aan. “Op een agrarisch bouwvlak kunnen een tot drie woningen worden gebouwd”, sprak Marente Lokin. Maar dat laat provinciaal beleid niet toe, zoals ook wordt opgemerkt in de VAB-beleidsnotitie van juli 2022. De provincie hanteert daarvoor ‘strikte regels’. De zoektocht van dit college naar woningbouwplekken komt dan ook nergens uit op (mogelijke) VAB-locaties. Niemand die daar Lokin tijdens de raadsdialoog op wees.
Of het moet Erik van Asten, voorzitter van de ZLTO Dommel en Aa, zijn geweest die opmerkte dat rekening moet worden gehouden met stankcirkels van bedrijven als je woningen wilt bouwen in agrarisch buitengebied. “Woningbouw wordt dan een belemmering voor bedrijven die blijven zitten. Dat krijg je wettelijk niet rond.”
Voor beroep is geen enkele grond (meer), temeer niet nu Vught het VAB-beleid gaat aanscherpen. Er komt een gebiedsgerichte aanpak waarbij per gebied wordt bepaald welke activiteiten daar wenselijk zijn, afhankelijk van de kwaliteiten van dat gebied. De Vughtse politiek mag daar de komende tijd haar tanden inzetten.