In de raadsvergadering van 6 februari deelde wethouder Vos mee dat de zaak rondom de Kwatrijnstal van boer Combee voor de gemeente negatief was uitgevallen. Op 5 februari heeft de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak uitspraak gedaan in het geding tussen Vereniging Het Groene Hart Brabant en de raad van de gemeente Vught.
Het geding betrof de legalisatie van een kwatrijnstal aan de Esschebaan. Het Groene Hart had bezwaar aangetekend tegen het bestemmingsplan van 3 december 2020 – door de gemeente Haaren vastgesteld – en is door de Raad van State in het gelijk gesteld. Het besluit van 3 december 2020 werd vernietigd vanwege strijdigheid met de rechtszekerheid, voor zover dit gaat over het plandeel met de bestemming ‘Agrarisch met waarden – Kampen – of hoevenlandschap’.
Bij het besluit van 3 december 2020 heeft de raad het bestemmingsplan ‘Buitengebied, herziening – Esschebaan’ vastgesteld. Het plan maakte de oprichting van een innovatieve, energie-neutrale melkveestal mogelijk. Het zogenaamde ‘kwatrijnconcept’, met dierenwelzijn, natuur, inclusieve landbouw en een goede landschappelijke inpassing. De kwatrijnstal, inclusief opslag van ruwvoer en mest, komt aan de Esschebaan. De bestaande stal aan De Dijk bouwt men om tot kaasmakerij, boerderijwinkel en educatieruimte. De locaties Esschebaan en De Dijk worden via een wandelpad met elkaar verbonden.
Kwatrijnstal
De Kwatrijnstal is een innovatieve, in het landschap ingepaste melkveestal. Het veehouderijconcept biedt naast een hoog niveau van dierenwelzijn ook lage ammoniakemissie en veel maatschappelijk draagvlak. De Kwatrijnstal heeft een unieke vloer die urine en vaste mest gescheiden afvoert. Dit vermindert de emissie van ammoniak fors en verbetert de biodiversiteit. In vergelijking met een gesloten stal oogt het open Kwatrijn veel minder massief. Door de stal heen blijft de omgeving zichtbaar.
De Vereniging Het Groene Hart Brabant was het oneens met dit bestemmingsplan en stelde dat de kwatrijnstal de ruimtelijke kwaliteit van het landschap zou aantasten. Zij gingen in beroep tegen het bestemmingsplan.
Toetsingskader: De Raad van State beoordeelde of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming was met de wet en de geldende regelgeving. Dit met inbegrip van de afweging van belangen en de gevolgen van het plan. De vraag werd daarbij beantwoord of de nadelige effecten van het plan opwogen tegen de beoogde doelen.
De Vereniging het Groene Hart betoogde dat het plandeel ten noorden van de Esschebaan ten onrechte werd vastgelegd. De RvS stelde vast dat er een afwijking was tussen het vastgestelde plan en het gepubliceerde ontwerp. Dit was in strijd met de rechtszekerheid.
Twee planregelingen: De Vereniging was van mening dat het plan in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel, aangezien er al een bestemmingsplan bestond voor het plangebied. De Afdeling oordeelde dat de gemeenteraad, op basis van nieuwe inzichten, bevoegd is om een nieuw plan vast te stellen. Het betoog van de Vereniging in deze kwestie slaagde niet.
Ruimtelijke kwaliteit
De Vereniging stelde dat het plan de ruimtelijke kwaliteit zou aantasten door de verstening van het open landschap. De grootschalige stal sloot volgens hen niet aan bij het voormalige landschapskarakter. De RvS was het hier niet mee eens. De gemeenteraad had de ruimtelijke impact van de stal voldoende onderbouwd, onder andere door de open uitstraling van de stal en het behoud van het uitzicht op het beekdal.
Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV): De Vereniging betoogde verder dat het plan in strijd was met de IOV. De RvS was het daarmee eens. Het bouwvlak lag niet binnen bestaand ruimtebeslag voor bebouwing, zoals vereist. Het plan was verder in strijd met de IOV, omdat de functie van de kwatrijnstal niet was gekoppeld aan de bescherming van de waterhuishouding, wat wel vereist is in de IOV.
De RvS oordeelde dat de gemeenteraad het plan op verschillende punten in strijd met de wet heeft vastgesteld, met name wat betreft de regels over zorgvuldig ruimtegebruik en waterhuishouding. Het beroep van het Groene Hart werd gegrond verklaard. Dit werd gedaan vanwege de overtredingen van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant.
De gevolgen voor de veehouder zijn miniem. Hij beschikt over de vereiste vergunningen. Het Groene Hart had alleen tegen het bestemmingsplan bezwaar aangetekend.