Wethouder Van de Ven gaf in zijn beantwoording ook aan dat het gebouw voor het college een negatieve waarde heeft omdat er 5 a 6 miljoen in geïnvesteerd moet worden. Daarom was de boekwaarde niet interessant en had het college ook voorgesteld om het pand voor 1 euro over te nemen. Nadat de wethouder nog enkele aanvullende vragen van de oppositie had beantwoord kwam de oppositie met een motie waarin men vroeg om op een constructieve en op basis van vertrouwen samen te werken met het bestuur van De Speeldoos aan een gedragen toekomstplan voor Sociaal Cultureel Centrum De Speeldoos. In dezelfde motie werd ook gevraagd het besluit over het overbruggingskrediet in te trekken en te heroverwegen nadat de motie van 18 april 2019 was uitgevoerd. In de 2e termijn vond de SP het een discussie van gemiste kansen en vroeg de wethouder om de datum van 1.1.2020 te verschuiven naar medio 2020 en om alles zodanig goed te regelen. De CDA vond dat de wethouder in goede harmonie het overleg moet voortzetten maar vond de toonzetting tot nu toe niet constructief. De VVD vond dat de bal nog steeds bij het bestuur van De Speeldoos lag. GB verbaasde zich erover dat de bal weer bij de raad werd gelegd en gaf aan de motie niet te steunen. Vervolgens werd door wethouder Van de Ven een schorsing gevraagd. Na de schorsing stelde de wethouder voor om de motie te ontraden. Hij gaf aan dat een constructief gesprek altijd mogelijk was. De oppositie stelde dat de wethouder de deur moest open doen als De Speeldoos op de deur klopt. De wethouder gaf aan dat de toetsing van het raadsbesluit zijn kader is. Nadat er nog enige vragen gesteld waren of de datum van 1.1.2020 keihard was en de wethouder deze vraag beantwoordde met de opmerking “als het bestuur van De Speeldoos met een goed voorstel komt”, staat mijn deur altijd, werd de motie in stemming gebracht en met grote meerderheid verworpen. Mevrouw Van Wiggen van de SP riep het aanwezige bestuur van De Speeldoos op om vrijdag 7 februari de wethouder te bellen.
