Er zijn volgens een nieuwe methode 1498 dak- en thuislozen geteld in de regio Noordoost-Brabant. Bijna een derde van het totaal is een vrouw en ongeveer de helft bestaat uit kinderen en jongeren.
Dit maakte het Kansfonds en Hogeschool Utrecht bekend. De telling werd gedaan in twee deelregio’s. Namelijk regio Meierij en Bommelerwaard met als centrumgemeente Den Bosch en regio Brabant Noordoost-Oost met als centrumgemeente Oss.
In de regio rondom Den Bosch zijn zo 1008 dak- en thuislozen geteld waarvan ongeveer de helft in de centrumgemeente zelf. In het gebied rondom Oss werden er 490 geteld. In beide regio’s bezit meer dan de helft van de getelde mensen de Nederlandse nationaliteit.
Vught en Sint-Michielsgestel
Bij de telling worden ook mensen die in een instelling zitten meegenomen. Daardoor zijn er in Vught 60 dak- en thuislozen geteld. 33 mensen van het totaal werden in de penitentiaire inrichting geteld. In Sint-Michielsgestel werd slechts één persoon geteld die in een opvang zit. Daar werden er in totaal 7 geteld.
Op 16 mei telden 96 organisaties dak- en thuisloze mensen in de verschillende gemeente in de regio. Niet al deze organisaties richten zich specifiek op deze doelgroep, maar hebben een andere maatschappelijke functie zoals de NS, ziekenhuizen of buurtteams.
Volgens onderzoeker Dorieke Wewerinke van Hogeschool Utrecht zorgt het onderzoek voor een divers beeld van de doelgroep. “Uit de resultaten blijkt dat het betrekken van organisaties die zich niet specifiek richten op dak- en thuisloosheid van cruciaal belang is om zicht te krijgen op alle dak- en thuisloze personen. De grote meerderheid van de in totaal 1498 getelde personen kwam namelijk via deze organisaties in beeld.” Uit de resultaten blijkt dat een groot gedeelte van deze groep mensen niet op een bankje in het park slaapt of in een noodopvang zit, maar vaak bij vrienden, familie, in een auto of een stacaravan leeft.
De ETHOS-telling Deze ETHOS-telling maakte gebruik van een afgeslankte definitie van het originele onderzoek. Bij deze ‘light’ variant werd vooral gekeken naar mensen die geen volwaardige huisvesting hebben. Mensen die bijvoorbeeld, al dan niet noodgedwongen, afwisselend tijdelijk bij vrienden, in vakantieverblijven, in de noodopvang of op straat verblijven worden meegenomen in de telling. Dit brengt niet alleen zichtbare dakloosheid in beeld zoals mensen die op straat en in de nachtopvang verblijven, maar ook situaties van dakloosheid die minder zichtbaar zijn. |
Gemeenten aan zet
Nu het aantal dak- en thuislozen in kaart is gebracht zijn de gemeenten aan zet vinden de onderzoekers. Door de telling zou de samenwerking tussen de verschillende organisaties al zijn versterkt en mensen die voorheen niet zichtbaar waren voor professionals zijn dat nu wel. “De groep is groter, bestaat uit meer vrouwen, kinderen en jongeren dan eerder in beeld was. Als regio en gemeente ’s-Hertogenbosch zetten we fors in om dakloosheid te voorkomen. En op het moment dat iemand toch dakloos wordt, te zorgen voor een dak boven het hoofd. Deze telling geeft ons het noodzakelijke inzicht om dit nog beter te doen”, vertelt de Bossche wethouder Pieter-Paul Slikker over het onderzoek.
Navolging
Volgens de onderzoekers is de telling een nulmeting. Het beleid dat hierop wordt gebaseerd zal pas over 3 of 4 jaar zichtbaar zijn. Dan zou er opnieuw een telling gehouden moeten worden om het beleid te beoordelen. In 2024 wordt een tweede telling gedaan in 55 andere gemeenten in het land. In navolging van dit onderzoek wordt de ETHOS-telling dus flink opgeschaald.