Op 14 september stond de raadsdialoog in het teken van de VAB. Dit was een voortvloeisel van de in december 2022 georganiseerde raadsdialoog over de toekomst van de agrariërs. Tijdens de raadsdialoog werden standpunten door vertegenwoordigers van IVN/Natuur- en Milieugroep Vught, de Duinboeren en ZLTO vertolkt. Vanuit de fracties werden onder andere vragen gesteld over de knelpunten bij het huidige VAB-beleid, wat er dan verbeterd zou kunnen worden en wat de organisaties zelf zien als succesvolle VAB-ontwikkelingen.
Tijdens de raadsdialoog van december 2022 kwam het CDA met het voorstel dat de Raad zelf ook in gesprek moest gaan met alle belanghebbenden. Dit was een voortvloeisel uit een van de doelen van de nieuwe werkwijze van de Raad alvorens het raadsbesluit wordt genomen. De input van de Vughtse gemeenschap kan dan mee gewogen worden in een raadsbesluit.
Mevrouw Lokin (IVN/Natuur- en Milieugroep Vught) gaf een vervolg op de VAB, namelijk de VAG: ‘Vrijkomende Agrarische Gronden’. Zij was van mening dat deze gronden zoveel mogelijk agrarisch moeten blijven en daarnaast benut kunnen worden voor woningbouw. Maar ze hield de gronden liever agrarisch. Ze wees er ook op dat de transitie begonnen is voor bescherming van de natuur. Zij pleitte voor het opkopen van die gronden om zo duurzaam grondgebruik te bevorderen door het verpachten. Lokin is bang, dat als de gemeente geen positie inneemt, vrijkomende agrarische gronden aan marktwerking ten prooi vallen. Zij stelde voor om gronden die aan Natura 2000 gebieden grenzen en vrijkomen, terug te geven aan de natuur.
De heer Van Asten (afdelingsvoorzitter ZLTO) gaf aan dat die organisatie voorstander is van het in stand houden van veel agrarische bedrijven. Echter wil hij ook niet weglopen van de realiteit dat bedrijven stoppen. “Alleen is het belangrijk een passende oplossing te zoeken voor hen die stoppen. Gebeurt er niks dan ligt ondermijning op de loer.” In het algemeen is hij van mening dat economische uitgangspunten leidend moet zijn.
“Als er een goed economisch alternatief is dan is ondermijning ver weg. En er moet een agrarisch buitengebied worden overgehouden. Dit mag niet veranderen in een industrieterrein. Er moeten duidelijke kaders gesteld worden aan wat mogelijk is. Veel blijft afhankelijk van medewerking van de gemeente. En de gemeente moet stappen durven te zetten. Zij moet niet vooruitschuiven door alleen iets tijdelijks te doen. De gemeente moet naast de ondernemer staan om te kijken of daar een gedegen economisch plan staat waar de ondernemer enthousiast van wordt.” Van Asten is wel van mening dat de gemeente goede stappen gezet heeft in het VAB-beleid en dat het beleid kleinschaligheid bepleit.
Frank Hulskens (namens de duinboeren) gaf aan dat bedrijven de kans moeten krijgen een omschakeling te maken. “Als er perspectiefvolle locaties zijn en een bedrijf wil stoppen dan moet er gekeken worden of de locatie gebruikt kan worden om een ander bedrijf te helpen dat in de knel zit, door het te verplaatsen, waardoor andere problemen opgelost worden. Bedrijven moeten niet te snel gesaneerd worden.” Ook is hij er voorstander van om bij alle ontwikkelingen niet teveel in beperkingen te denken maar met de ondernemer mee te denken in oplossingen zodat je een sociaal economisch buitengebied houdt.
In de dialoog die volgde was duidelijk dat de politiek de gemeente een regierol toebedeelt. Ook werd de vraag gesteld waar de grens ligt voor de taak van de gemeente met de VAB omdat de provincie sturend is. De aanwezige raadsleden waren het over een kleinschalige woningbouw eens. Doch werd ook opgemerkt, dat de woonvisie is vastgesteld en daarin is aangegeven waar beperkingen zijn met bouwen. De politiek zag ook het gevaar in van de ondermijningsproblematiek die moet worden aangepakt. In het VAB-beleid is zowel voor de gemeente als voor de ondernemer een rol weggelegd waarin beiden naast elkaar moeten staan. In ieder geval is het lastig om juiste kaders te stellen in dit beleid.