Asielzoekers die als vluchteling worden erkend, krijgen een verblijfsvergunning. Dit geeft hen een status en daarna worden zij ook wel statushouders of vergunninghouders genoemd. De begrippen statushouder en vergunninghouder betekenen hetzelfde; het zijn asielzoekers die van de IND (= Immigratie- en Naturalisatiedienst) een verblijfsvergunning kregen. Statushouders/vergunninghouders moeten inburgeren en mogen een opleiding volgen en werken in Nederland.
De gemeente Vught heeft zoals alle andere gemeenten een wettelijke taak om vergunninghouders (statushouders) te huisvesten. De taakstelling wordt berekend aan de hand van het aantal inwoners van een gemeente.
Vanuit het rijk wordt vervolgens ieder half jaar een taakstelling opgelegd. De provincie houdt toezicht op dit proces. Het Centraal Orgaan Opvang asielzoekers (COA) heeft de taak om te werken aan een zo snel mogelijke uitstroom uit een asielzoekerscentrum, zodra een asielzoeker een vergunning heeft gekregen. Het afgelopen jaar heeft de gemeente Vught, samen met de woningcorporaties en met name de Charlotte van Beuningen stichting, zich ingespannen om aan de opgelegde verplichtingen te voldoen.
Aan de taakstelling over het eerste half jaar van 2021 is door de gemeente voldaan. De taak was om 25 vergunninghouders te huisvesten. Daarnaast was er nog een achterstand van 1 (vanwege de kerstperiode en corona kon een woning niet op tijd opgeleverd worden in december 2020, vandaar een verlate huisvesting). Op grond van de realisatiecijfers van het COA per 1 juli 2021 (peildatum) is geconstateerd dat in het eerste halfjaar van 2021 een aantal van 30 vergunninghouders zijn gehuisvest. De taakstelling voor de 2e helft van 2021 bedraagt 20 vergunninghouders. De verwachting is dat aan deze taakstelling voldaan kan worden.
In de toekomst zal naar verwachting de vraag naar huisvesting voor statushouders alleen maar toenemen. De huisvesting van deze doelgroep drukt op de reguliere woonruimteverdeling. Des te meer reden voor Vught om snel extra betaalbare woningen te realiseren en goede afspraken met de woningcorporaties te blijven maken.
