Dianne Schellekens (D66) was blij met de kwetsbare evaluatie. Zij vond dat we op de goede weg waren en dat het vertrouwen gewonnen moet worden. Het moet duidelijk zijn wat goed is en wat beter kan.
Albert Verlinde (VVD) constateerde dat er nog geen voldoende was behaald met de participatie. Hij pleitte ervoor dat de portefeuillehouder participatie eindverantwoordelijke is en dat die supervisor wordt. Ook zag hij een ‘blue print’ van hoe elk project loopt als een toegevoegde waarde.
Bregje Peijnenburg (GB) constateerde dat het nog niet loopt zoals het zou moeten. Duidelijke kaders stellen vond zij een must. En dat er duidelijkheid moest komen waarom keuzes gemaakt worden.
Rutger Jans (CDA) was blij met de kritische zelfreflectie voor de verbeterpunten. De ervaring van de bewoners vond hij belangrijk voor de vormgeving van het participatiebeleid.
Joris Vrensen (PLV) gaf aan dat met participatie niet iedereen zijn zin geven is. Hij pleitte voor het maken van een projectkaart. Het gevoel serieus genomen te worden als burger vond hij belangrijk. De ondersteuning die Vught Participeert aanbood moest voor hem ook met beide handen aangepakt worden.
Nino de Lange (PvdA/GL) gaf nog eens aan dat we van heel ver komen. “Hoe ga je om met de burger, dat vergt ook dat je daarvan leert”. Het project inclusie was voor hem ook een voorbeeld dat het participeren ook goed kon gaan.
Désirée Rasenberg schrok van alle ervaringen die in het witboek van Vught Participeert stonden. Zij vond het managen van verwachting vooraf belangrijk.
Aya Yacoub (SP) vroeg zich af waar de participatie moeheid vandaan kwam. Het doel en de kaders in het participatie-traject vond zij over het algemeen vaag. Voor haar waren de kaders onvoldoende gedeeld met de bewoners.
Verantwoordelijk wethouder Du Maine had een hoop gehoord maar weinig concrete zaken. Hij had wel een unaniem geluid gehoord. En met alle suggesties was een goede stap gezet naar een voldoende.
In het vervolgdebat vonden partijen dat de geplande tweede evaluatie eind 2023 naar voren gehaald moest worden. De participatiekaart waar voor gepleit werd klonk bij partijen ook sympathiek. De suggestie werd gedaan om een onderzoeksbureau in te schakelen om de participatiemoeheid te onderzoeken. Er werd gepleit om de wijkmakelaars in te schakelen omdat deze oog en oor zijn in de wijk. Ook de afweging algemeen belang ten opzichte van particulier belang moest aan de bewoners duidelijk gemaakt worden waarom die keuzes gemaakt worden.
Wethouder Du Maine was blij met de gemaakte opmerkingen en suggesties en deed de toezegging de gedane suggesties mee te nemen in het vervolg traject.