De ontstane commotie over het locatie onderzoek resulteerde in een extra raadsvergadering van 20 januari. In deze vergadering werd een motie van wantrouwen tegen wethouder Potters aangenomen, die ingediend was door GB en PLV en ook ondersteund werd door de coalitiepartij VVD. Dit resulteerde in een exit voor de wethouder. Vervolgens trok D66 de stekker uit de coalitie en zo belandde Vught in een bestuurscrisis.
Door Gemeentebelangen en Progressief Liberaal Vught werd een interpellatiedebat aangevraagd n.a.v. de commotie, die was ontstaan in de wijk de Vughtse Hoeven. In een raadsinformatiebrief van 1 november werd aangegeven, dat een locatie onderzoek verricht was in die wijk, wat resulteerde in de bouw van 50 tijdelijke woningen om de woningdruk te verminderen. De bouw zou ten koste gaan van de aanwezige speeltuintjes. De clou van het verhaal in de RIB was dat er in feite geen onderzoek had plaats gevonden. Het was slechts een ambtelijke inventarisatie. Maar door de slechte communicatie hierover ontplofte de wijk en kwamen emoties naar buiten. De wethouder, die participatie en communicatie in zijn portefeuille heeft, beging hiermee in de ogen van de fracties van GB en PLV een grote blunder. Volgens de fractievoorzitter van GB, Bregje Peijnenburg had deze commotie allemaal voorkomen kunnen worden. Voor Joris Vrensen (PLV) was de maat vol. Hij verwees hierbij naar o.a. naar facebook, dat bij het bekend worden van deze plannen ontplofte en twitter. Het werd de wethouder door de indieners ook kwalijk genomen dat er amper excuses werden aangeboden voor deze ontstane onrust. Sterker nog,de schuld werd door de wethouder terug gelegd bij de bewoners. Joris Vrensen vond het zijn taak als raadslid om het vertrouwen terug te winnen en te zorgen voor een betrouwbare overheid.
In zijn weerwoord gaf wethouder Potters aan al gesprekken met bewoners gevoerd te hebben over de commotie. Hij bood opnieuw zijn oprechte excuses aan. Ook gaf hij een toelichting over het gevolgde participatieplan. Hij had niet de indruk, dat daarmee iets verkeerd was gegaan. Hij gaf ook aan dat een zorgvuldige afweging had plaats gevonden voor deze locaties en dat alles nog geen voldongen feit was en dat alle wegen voor bezwaren nog mogelijk waren. Hij was ook geschrokken van de boosheid bij bewoners. De impact had hij onderschat. Ook betreurde hij dat er veel ruis was ontstaan en ook vervelende beelden over de toekomstige bewoners. Het ging niet over asielzoekers, Oekraïners of statushouders maar Vughtse jongeren zouden de woningen toegewezen krijgen. De wethouder vond niet, dat hij de raad op het verkeerde been had gezet. Hij eindigde zijn betoog met de intentie dat hij zijn uiterste best zou gaan doen om het vertrouwen te herstellen. Of hij zijn functie naar behoren vervulde liet hij aan de raad over.
Het betoog van de wethouder gaf aanleiding voor een schorsingsverzoek van PLV en GB. Voor Bregje Peijnenburg was de beantwoording van de wethouder onvoldoende. Ook verwees zij naar een interview op 26 november met de lokale omroep waar een tegenstrijdig verhaal werd gedaan door hem. Zij vond dat de wethouder bezijden de waarheid had gehandeld. De participatie bij de bewoners was onvoldoende meegenomen. Alles draagt ertoe bij dat er geen sprake is van bestuurlijke vernieuwing zoals in het akkoord was opgenomen. En zij besloot dat haar fractie geen vertrouwen meer had in deze wethouder.
Joris Vrensen (PLV) haalde de problematiek met de Zuiderbosschool, Koningslinde en Zorgpark Voorburg nog aan. Voor hem rammelde het aan alle kanten. In zijn betoog gaf hij verder aan voorgelogen te zijn door de wethouder en derhalve geen vertrouwen meer in hem te hebben.