Wat vonden de raadscommissieleden donderdag 7 december van de voorgelegde Omgevingsvisie?
Nino de Lange (PvdA-GroenLinks) vond het een verrijkte visie waarvan de inhoud zijn fractie aansprak. “Er is een goede balans tussen ruimtelijke opgave en wensen die we als samenleving hebben zoals het bouwen van woningen en bedrijven.” Het laveren tussen wensen is volgens hem goed gelukt.
Ayah Yacoub (SP) vond het een goed stuk met daarin grote maatschappelijke vraagstukken zoals woningbouw en klimaat. Zij was blij dat inwoners hun inbreng hebben kunnen leveren. Haar fractie was benieuwd naar de uitvoering van de visie. Zij is blij dat er ruimte is voor initiatief van inwoners omdat zij van mening is dat er veel ambitie en kennis zit bij inwoners om een bijdrage te leveren.
Bregje Peijnenburg (GB) vond het document een dynamisch kompas voor de komende jaren. “Er waren onderdelen die leiden tot twijfel.” Haar fractie hecht aan een goed ondernemersklimaat en daarom wilde zij onder andere iets meer weten over hoe het zit in het buitengebied en met de mogelijkheden voor agrariërs en niet agrariërs. Zij hoopte dat er voldoende ruimte blijft voor ondernemen daarbij rekening houdend met de omgeving. Zij gaf aan bewoners bij het planproces te betrekken en dat er zo voor gezorgd wordt dat nieuwe projecten aansluiten bij de behoeften van bewoners.
Nathalie Pullens (VVD) vindt dat men al heel lang met de omgevingsvisie bezig is. Zij gaf aan het belangrijk te vinden dat er een goede balans tussen werken en wonen is en er bescherming van natuur, bodem en lucht moet zijn. Belangrijk vond zij het ook hoe en op welke wijze wij het dorpse karakter blijven behouden. Zaken als bodem, water en luchtkwaliteit et cetera mogen geen struikelblok gaan vormen voor realisatie van de ambities. Bij haar fractie bestond de angst dat bouwprojecten in de knel komen omdat herhaaldelijk wordt geschreven dat de kwaliteit van het landschap moet worden versterkt, waardoor de angst bestaat dat bouwprojecten niet van de grond komen.
Desirée Rasenberg gaf aan dat de visie haar aansprak. Zij had een opmerking, namelijk dat het haar opviel dat de gemeente, op veel onderdelen uit de zienswijze van ZLTO, haar visie niet wil aanpassen; hetgeen haar gerust stelde. Belangrijk vond zij dat prioriteit wordt gegeven aan bodem, lucht en waterkwaliteit.
Voor Joris Vrensen (PLV ) was het een hamerstuk.
Jan van Iersel (CDA ) was het opgevallen dat bij de nota van zienswijze maar een beperkt aantal partijen waren die een zienswijze hadden ingediend. Hij vroeg zich af of het nog niet genoeg bij ondernemers leefde in het buitengebied maar was bang dat als straks het omgevingsplan bekend word zij massaal een zienswijze zullen gaan indienen. Hij vond dat deze visie veel gericht was op natuur inclusief, kringloop en dergelijke. Dit zou volgens hem wel nadelig zijn voor onder andere de economische ontwikkelingen. Ook vroeg hij zich af waarom er voor deze visie geen sociaal economische analyse was gemaakt. Dat zou volgens hem een goed hulpmiddel kunnen zijn.
Dion Meuwissen (D66) vond het een goed doordacht document waarin gesproken wordt over de fysieke leefomgeving en niet alleen over de ruimtelijke ordening. In de omgevingsvisie is er kans om groenbeleid, cultuurhistorisch beleid en economisch beleid te integreren. Zijn fractie was blij dat in de visie aandacht voor luchtkwaliteit is opgenomen. Hoe de omgevingswet zal uitpakken en of het een verbetering is zal de toekomst uitwijzen en ziet D66 als grote uitdaging.
Martin Vromans (SL) vond het een lijvig stuk waarbij de visie richting geeft naar de toekomst. Hij vroeg zich af hoe omgegaan gaat worden met de 600 rijksregels die in januari naar ons toe komen. En waar lokale invulling aan gegeven moet gaan worden. De omgevingsvisie is volgens hem vanuit de groene visie opgesteld maar de economische component blijft achter. Voor hem is het ook lastig om in te stemmen met de visie als je niet weet hoe het economisch perspectief er gaat uitzien. Ook uitte Vromans kritiek over de manier waarop een agrariër, ingevolge de visie, straks met zijn gewasteelt kan omgaan.
In haar beantwoording gaf verantwoordelijk wethouder Vos onder andere aan dat 600 regels waar SamenLokaal over sprak regionaal worden opgepakt en dat die voor 2026 moeten zijn ingebed. Zij vertelde verder dat de natuur in de visie niet het primaat is, maar zal zeker goed afgewogen moeten worden. Ook merkte de wethouder op dat in de visie al deelgebieden aangewezen zijn waar meer in kan. “Maar de landschap kwaliteiten zullen behouden blijven, zonder daarmee alles te blokkeren. En het economisch perspectief is mogelijk maar vaak maatwerk,” aldus wethouder Vos.
