Tijdens de raadsvergadering werd de nota Armoede en Schulden ‘Samen voor perspectief’ 2024-2027 besproken. In de commissievergadering van 2 november kondigde Rutger Jans (CDA) aan dat hij met een amendement zou komen om de bestaanszekerheid voor een deel van de Vughtse bevolking te verbeteren.
Het college deed een voorstel om het percentage van de inkomensgrens van 110 naar 120% van het sociaal minimum te verhogen. Het CDA pleitte voor een verhoging naar 130%. Hierdoor kunnen mensen met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum in aanmerking komen voor gemeentelijke inkomensregelingen en bijzondere bijstand. Het voorstel van het CDA werd mede ondertekend door de fracties van PvdA/GroenLinks, GB, D66 en SP. Daarnaast kwam de SP met een motie om een van de projecten die al in andere gemeenten draaien, zoals ‘Gewoon Geld Geven’, in Vught als pilot te starten om mensen die het financieel moeilijk hebben te ondersteunen.
In het ingediende amendement van het CDA werd dit als volgt gemotiveerd: “In het coalitieakkoord/uitvoeringsprogramma staat de ambitie om het armoede- en schuldenbeleid te herijken teneinde te zorgen dat iedereen mee kan doen in de samenleving door vroegtijdige interventie ‘erfelijkheid’ en hogere maatschappelijke kosten te voorkomen. Uit de meest recente CBS cijfers blijkt dat met een inkomensgrens van 110% 700 huishoudens in Vught geholpen kunnen worden en dat dit aantal stijgt naar 1300 huishoudens bij een inkomensgrens van 130%. Hiermee kunnen hogere maatschappelijke kosten worden voorkomen en de krijgt de bestaanszekerheid van een flink aantal gezinnen een concrete steun in de rug.”
Tijdens het debat bleef Nathalie Pullens (VVD) op het standpunt staan dat het college voorgesteld had conform het coalitieakkoord het percentage op 120% te houden en daarom steunde zij het amendement niet. Daarnaast bleef haar fractie van mening, zoals eerder al in de commissie verwoord, dat mensen maar aan de slag moeten gaan. Om de andere partijen tegemoet te komen, stelde de VVD voor, de inkomensgrens van 130% voor 1 jaar toe te staan, in de vorm van een pilot. Dan zouden zij het voorstel wel kunnen steunen. Joris Vrensen (PLV) gaf aan tegen het geven van geld te zijn. Daarnaast kreeg hij de lachers op zijn hand door voor te stellen het percentage van 130 naar 140% te verhogen. “Daarmee zouden nog meer mensen geholpen worden.” Er zijn volgens hem altijd mensen die tegen de grens aanzitten en die je ook zou willen helpen. “In het verleden is dit ook al eens aangekaart om die 110 naar 120% te doen”, aldus Joris Vrensen. “Als we werkelijk willen helpen, helpen we dan met de mensen geld te geven?” Hij vond dit absurd. Hij betoogde wel dat armoede zijn grootste zorg is. Fractie Rasenberg en PLV waren het met het voorstel van de VVD eens om de verhoging tijdelijk in te voeren. Tenslotte deelde Pieter van de Meerakker (D66) mee, blij te zijn met de uitkomst en dit voorstel graag aan een meerderheid te helpen. De motie van de SP werd aangehouden omdat na stemming bleek dat er een gelijke stand was van voor-en tegenstemmers. Dit betekent volgens het reglement dat deze motie de volgende raadsvergadering (30 november) opnieuw in stemming wordt gebracht.
Verantwoordelijk wethouder Den Otter deelde de raad mee dat het amendement van het CDA uitvoerbaar is. Na stemming werd het amendement aanvaard en de nota door een ruime raadsmeerderheid aangenomen. De VVD stemde tegen.
