Op 21 april debatteerde de gezamenlijke commissie over het collegevoorstel inzake ‘zon- en windbeleid’. Door het college werd voorgesteld:
- in te stemmen met de aanwijzing van de zoekgebieden voor zon-en wind energieprojecten op Vughts grondgebied op basis waarvan het onderzoek kan worden gestart voor de milieu effectrapportage;
- het college te mandateren de notitie reikwijdte en detailniveau uit te voeren om vervolgens Plan MER te kunnen starten en
- in te stemmen met het voornemen te streven naar 100% lokaal eigendom.
Haast is geboden
Jan Willem de Graaf van D66 kon zich goed vinden in dit beleid. Hij gaf aan dat bij de zoektocht naar gebieden veel partijen betrokken zijn geweest met diverse belangen. Hij hoopte dat het college deze belangen meeneemt. Hij vroeg zich af of na opstart van het planproces in 2024 of in 2030 de windmolen in gebruik kan worden genomen. Ook vroeg hij aandacht voor de gevolgen van de afhankelijkheid van de fossiele energiebronnen die met de dag confronterender worden. Daarom gaf hij aan dat haast geboden is.
Ton van de Vossen van PvdA/GL kon instemmen met het stuk. Hij kwam terug op de opmerking van D66, die zich afvroeg of in 2030 windmolens in gebruik kunnen worden genomen. Volgens Van de Vossen zal dit onvermijdelijk zijn. De vraag is alleen of dat kan. In de nota reikwijdte en MER is de vraag gesteld of dat binnen de grenzen te doen is. Wat aan de orde is: Zijn de zoekgebieden de plekken waar verder gekeken moet worden? In die MER moet gekeken worden of het tot de mogelijkheden behoort.
Eén Vughtse coöperatie; 100% lokaal eigendom
Martin Vromans van GB gaf aan dat de maatschappelijke bezorgdheid enorm is. Agrariërs verkopen of verpachten landbouwgrond aan buitenlandse ontwikkelaars die daar windmolens op plaatsen. We moeten aan de slag maar realiteitszin en maatschappelijke bezorgdheid moeten niet weggenomen worden. Hij gaf aan realistisch te blijven en gebruik te maken van innovatiekracht van bewoners, bedrijven, de markt en hun methodes. GB gaf aan één Vughtse coöperatie te willen, met als het kan 100 procent lokaal eigendom. Hij gaf aan daar een collectief van te maken.
Woningbouwplannen versus windmolens
Koen van Dinther van de VVD fractie gaf met bettrekking tot het aanwijzen van zoekgebieden wat breder te kijken. Kijk bijvoorbeeld naar mogelijkheden van zonne-parkeerplaatsen. Hij had een kritische noot over de mandatering notitie reikwijdte. Als we daarin meegaan verliezen we de controle op het college. Daarnaast gaf hij aan dat het college geen gebruik wil maken van grootschalige zonnevelden, hetgeen haaks staat op de reactie richting burger initiatief. Daarin wordt aangegeven onderzoek te doen naar locaties voor opwekking dat in de volle breedte moet worden uitgevoerd. Hij wilde weten hoe het college omgaat met zoekgebieden in relatie tot woningbouwplannen. Komen bouwplannen in gevaar met betrekking tot de wettelijke aftand van windmolens. Zijn fractie was voorstander van het streven naar 100 procent lokaal eigendom, alhoewel de RES uitgaat van 50 procent.
PLV voor zonne-energie en tegen windenergie
Joris Vrensen van PLV gaf aan dat de RES mislukt is, dat Vught zijn eigen target moet halen. Volgens hem had de raad eerder aangegeven geen voorstander te zijn van windmolens en het college verbaast hem door wel voorstander te zijn. Hij gaf aan dat de RES een plan vraagt voor 2030 maar zo gaf hij aan, we moeten verder kijken tot 2050. In zijn betoog gaf hij aan dat een voordeel bij de gestegen energiekosten de Vughtse burger van mentaliteit verandert en zelf creatief wordt en kiest voor andere oplossingen. Bij sommige fracties vroeg dit om verduidelijking. Hij wilde graag weten wanneer het college met concrete plannen komt voor energie opwekking en/of besparingen op gemeentegebouwen, daken van huurwoningen et cetera. Hij gaf aan een amendement voor te bereiden waarin gekozen wordt voor zonne-energie en af te zien van windenergie.
Met betrekking tot het mislukken van de RES gaf Ton van de Vossen aan dat de raad de RES 1.0 vastgesteld had, dus hij snapte de opmerking niet van Joris Vrensen dat de RES mislukt zou zijn. Jan Willem de Graaff snapte de opmerking van Joris Vrensen niet om met een amendement te komen met betrekking tot windenergie, omdat de raad nooit tegen winden
Helderheid gevraagd over distributie van ‘lokaal eigendom’
Dani Smith van de SP gaf aan dat er nauwelijks gesproken is over 100 procent lokaal eigendom. Hij wilde graag weten hoe lokaal eigendom gedefinieerd wordt zoals Ans Beijens van het CDA dit ook al gevraagd had. Ook wilde hij weten wat we willen doen met distributie van lokaal eigendom. Willen we energie verkopen of inzetten voor eigen vraag van energie. Participatie is ‘the key’. Hij stelde voor met z’n allen een motie te maken om een regionale dialoog aan te zwengelen om met alle wethouders hierover te spreken.
In zijn beantwoording gaf de verantwoordelijk wethouder Van de Ven aan dat er op 12 mei een raadsdialoogavond is waar verder over dit onderwerp gesproken wordt. Tenslotte gaf hij nog nader uitleg over diverse gestelde vragen.