De gemeente heeft op 7 februari een zienswijze ingediend tegen het plan ‘Ruimte voor Defensie’. De focus ligt op het hoofdstuk ‘Oefenen in verstedelijkt gebied’. Defensie streeft naar een verhoging van de oefencapaciteit in verstedelijkt gebied, waarbij een tweede oefen locatie in Budel wordt overwogen naast de bestaande locatie Marnehuizen. Als dit niet mogelijk is, worden bestaande oefenterreinen als alternatief bekeken, zoals het oefenterrein op of nabij de Vughtse Heide. De gemeente hecht eraan te verklaren dat zij de inspanningen van Defensie om te investeren in een krijgsmacht die berekend is op de toekomstige uitdagingen, volledig onderschrijft. Binnen de kaders van onze mogelijkheden en grenzen wensen wij, in het landsbelang, aan deze inspanningen onze medewerking te verlenen.
De gemeente maakt echter bezwaar tegen de mogelijke uitbreiding van de oefencapaciteit op of nabij de Vughtse Heide. Ze wijst op verschillende conflicterende functies in het gebied, waaronder de nabijheid van een penitentiaire inrichting, het Nationaal Monument Kamp Vught, een woonoord voor Molukse inwoners en een recreatiegebied. Ze vreest dat extra helikopterlandingsplaatsen en militair vliegverkeer de veiligheid en het leefklimaat in de aangrenzende woonwijken zullen aantasten. De gemeente benadrukt dat er al recente ontwikkelingen zijn ten behoeve van de penitentiaire inrichting en andere nabijgelegen faciliteiten, en dat een verdere intensivering van militaire activiteiten het delicate evenwicht tussen de verschillende functies in het gebied kan verstoren. Daarom is ze geen voorstander van een verdere intensivering van het bestaande militaire oefenterrein.
De fracties van PvdA/GL en CDA zijn van mening dat de ingediende zienswijze zich tegen spreekt en willen weten wat nu precies de zienswijze is. Enerzijds geeft het College in de zienswijze duidelijk aan dat zij eraan hecht te verklaren dat zij de inspanningen van Defensie om te investeren in een krijgsmacht die berekend is op de toekomstige uitdagingen, volledig onderschrijft. Daarbij wordt wel duidelijk gesteld: “Binnen de kaders van onze mogelijkheden en grenzen wensen wij, in het landsbelang, aan deze inspanningen onze medewerking te verlenen.” Anderzijds stelt de zienswijze dat het College geen voorstander is van intensivering van militaire activiteiten.
Voor de fracties is het niet duidelijk of het College nu wél of niet wil meewerken aan de inspanningen van Defensie en hebben daarom deze vraag gesteld aan het College.