Gemeenten in onze regio zijn steeds afhankelijker van tijdelijk personeel. Maar raadsleden en rekenkamers hebben vrijwel geen zicht op de risico’s die daar aan kleven, blijkt uit een enquête van Dtv Nieuws.
De gemeenten Den Bosch, Vught, Heusden, Boxtel en Sint-Michielsgestel spenderen een flink deel van hun budget aan extern ingehuurd personeel (zie grafiek 1). Allen zitten ze boven de zogenaamde Roemernorm, die stelt dat overheden idealiter niet meer dan tien procent van hun loonkosten aan externe inhuur uitgeven. In sommige gevallen is de overschrijding flink, zoals in Boxtel en Sint-Michielsgestel, waar ze bijna een kwart van de loonkosten aan tijdelijk personeel betalen.

Naast de flinke kosten brengt de toenemende afhankelijkheid van tijdelijk personeel andere risico’s met zich mee. Zo bleek onlangs uit onderzoek van Nieuwsuur dat cruciale kennis van de gemeenten wegvloeit naar commerciële partijen en dat er soms onverhoeds commerciële belangen in lokale overheidsopdrachten sluipen. Een bedrijf dat namens gemeenten bewoners adviseerde over de energietransitie bleek bijvoorbeeld betaald te worden door energiebedrijven om stiekem opdrachten voor hen binnen te slepen.
Waar komt de afhankelijkheid van externe inhuur vandaan? Een raadsinformatiebrief over het meest recente jaarverslag van MijnGemeenteDichtbij, dat de ambtelijke organisatie van de gemeenten Boxtel en Sint-Michielsgestel voor zijn rekening neemt, legt uit hoe de afhankelijkheid tot stand is gekomen. “Er zijn de afgelopen jaren taken van het Rijk en de provincie naar gemeenten gegaan, vaak zonder bijbehorende budgetten. Door de krappe arbeidsmarkt waren en zijn vacatures bovendien moeilijk in te vullen. Om de dienstverlening aan beide gemeenten te kunnen waarborgen, bleek dure inhuur noodzakelijk.” |
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) constateerde eind 2023 in een rapport dat overheden te weinig ‘doordenken’ welke externe inhuur noodzakelijk is en hoe ze die moeten organiseren om hun ‘eigen deskundigheidspositie en handelingsvermogen’ niet te ondermijnen. Volgens de WRR verzaken politieke bestuurders daarmee in hun ‘publieke taak’ en rol als ‘schatbewaarder’ van het openbaar bestuur.
Geen zicht op inhuur
In onze gemeente is dat niet anders, blijkt uit onderzoek van Dtv Nieuws. Bestuurders in onze regio delen niet of nauwelijks informatie over externe inhuur met de gemeenteraad. De gemeentelijke Rekenkamers doen geen onderzoek naar het onderwerp. En raadsleden weten vrijwel niets over de manier waarop hun gemeente de inhuur organiseert, blijkt uit een enquête die wij onder hen uitzetten. Zo weten negen van de tien raadsleden niet of extern ingehuurden leveren wat ze beloven. “We hebben volledig geen zicht op dit dossier en zullen hier dan ook schriftelijke vragen over gaan stellen”, zegt Dani Smith van de SP in Vught.
Onmacht
Dtv Nieuws voerde meerdere gesprekken met deskundigen. In hun verhaal klinkt begrip door voor de onmacht van gemeenten om iets aan de afhankelijkheid van externe inhuur te doen. Landelijke problemen los je namelijk moeilijk lokaal op. Maar alle deskundigen zijn het er over eens dat het juist vanwege die afhankelijkheid wenselijk is dat gemeenten reflecteren op de risico’s. “Daar waar de bestuurlijke of beleidsmatige verantwoordelijkheid aan externen wordt gelaten, bijvoorbeeld bij het maken van omgevingsplannen, zou ik zeker een politiek debat verwachten”, zegt Stavros Zouridis, die als hoogleraar het vak ‘Markt, overheid en middenveld’ geeft aan de Tilburg University.
Dtv Nieuws zette een enquête uit onder lokale raadsleden om te onderzoeken in hoeverre dat debat gevoerd wordt. We legden hen stellingen voor om te toetsen wat zij weten over de externe inhuur binnen hun gemeente. Daaruit bleek dat het merendeel van de raadsleden slecht zicht heeft op het doel en de invulling van externe inhuur.
Slechts een kwart van de raadsleden durft bijvoorbeeld de stelling aan dat de gemeente het publieke belang voldoende weet te waarborgen in de samenwerking met externen. Nog geen twintig procent vindt dat de gemeente voldoende controle heeft over het aanbestedingsproces. Bijna geen enkel raadslid kan aangeven dat de gemeente van tevoren voldoende screent of een externe partij eventueel andere belangen heeft bij een opdracht.
‘Weet er niets vanaf’
Acht op de tien raadsleden geeft bovendien aan dat zij niet weten of inhuuropdrachten achteraf geëvalueerd worden. Het is daarom ook niet verrassend dat bijna alle raadsleden niet weten of externen leveren wat ze beloven. Symbolisch voor het gebrek aan zicht op de externe inhuur is het feit dat 17 procent van de raadsleden aangeeft dat hun gemeente de Roemernorm niet overschrijdt, terwijl dat wel het geval is. “Het valt me enorm op dat ik er totaal niets vanaf weet, en dat baart me nu al zorgen!” zegt Désirée Rasenberg van Fractie Rasenberg in Vught.
Verantwoording onderzoek
Voor dit onderzoek bestudeerde Dtv Nieuws de openbare publicaties van de verschillende gemeenten (Den Bosch, Vught, Heusden, Boxtel en Sint-Michielsgestel), waaronder rapporten van de Rekenkamers en Kadernota’s. Ter aanvulling zetten we een enquête uit onder alle partijen in de vijf gemeenten. 25 van de 50 partijen reageerden, samen goed voor ruim veertig procent van alle zetels. Verder raadpleegden wij vijf deskundigen op het gebied van lokaal en landelijk bestuur. Vier middels een interview: Coen Modderman, Julien van Ostaaijen, Stavros Zouridis en Josine Teeuwen. Een via diens publicaties: Geerten Boogaard.
Vage rolverdeling
Zes raadsleden geven in hun reactie op de enquête aan dat zij vinden dat het niet de taak van de raad is om het personeelsbeleid van het college te controleren. Deskundigen zijn het daar niet mee eens. “Hoe vager de rolverdeling tussen raad en college, hoe groter de mogelijkheden voor een wethouder om een raadslid het bos in te sturen door simpelweg te beweren dat ‘de raad hier niet over gaat’”, stelde Geerten Boogaard, houder van de Thorbecke Leerstoel aan de Universiteit Leiden, in een oratie in 2020. “Een heldere juridische regel verschaft de raadsleden in dit soort situaties een simpel antwoord: de raad gaat overal over.”
Een woordvoerder van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden beaamt dat. “De raad heeft een algemeen contolerende taak.” Volgens hem zou het bijvoorbeeld ‘wenselijk’ zijn dat de raad inzicht krijgt in de mate waarin inhuuropdrachten geëvalueerd worden. Waarbij hij aangeeft dat niet alleen de raad verantwoordelijkheid draagt. Ook is het belangrijk dat het college de raad actief informeert. Iets wat in onze gemeente maar zeer beperkt gebeurt. Boxtel en Sint-Michielsgestel hebben in hun jaarrekening bijvoorbeeld überhaupt geen cijfers over de uitgaven aan externe inhuur staan.
Reflectie nodig
“Als we zo erg willen leunen op externe deskundigheid, dan moeten we nadenken over de organisatie daarvan, zodat bewoners op de cruciale plekken niet telkens een ander gezicht zien, of dat kennis niet wegvloeit uit de overheid” zegt Coen Modderman, hoogleraar Recht in de Decentrale Overheden aan de Open Universiteit. “Het zou zinnig zijn om eens in de zoveel tijd te reflecteren op hoe de gemeente omgaat met externe inhuur.”