De fractie van het CDA maakt zich zorgen over de te verwachte verlaging vanuit het gemeentefonds naar de gemeente toe en wil weten of het college daar maatregelen voor neemt en heeft een aantal schriftelijke vragen gesteld.
De fractie geeft als motivatie het navolgende. De Coronacrisis heeft grote gevolgen voor de Financiën van Rijk en gemeenten door onder andere honderdduizenden zzp’ers die noodsteun hebben aangevraagd. Daarnaast zijn het aantal bijstandsaanvragen verdrievoudigd.
Verwacht wordt dat de zzp’ers die tot en met mei onder de Rijkssteun vallen, door zullen stromen naar de reguliere bijstand. In Vught hebben zich circa 500 zzp’ers gemeld voor de ‘Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers’ van het Rijk. Vught is in 2020 voor 60% van haar jaarlijkse inkomsten afhankelijk van de uitkering van het Gemeentefonds die in 2020 € 38 miljoen bedraagt.
De overige inkomsten van Vught komen voornamelijk uit de onroerende zakenbelasting (OZB), circa € 7,5 miljoen jaarlijks.
De verwachting van de VNG is dat de uitkering Gemeentefonds 2020 wordt verlaagd, omdat het Rijk meer uitgeeft door de corona-crisis dan begroot, maar daar staat geen stijging tegenover voor het Gemeentefonds.
Ten aanzien van de OZB ‘niet-woningen’ is de verwachting dat ook deze in Vught zullen achterblijven bij de begrotingsramingen nu de horeca en middenstand zwaar geraakt worden door de Corona-maatregelen.
Daarom wil de fractie weten of het College rekening houdt met deze verwachte negatieve ontwikkeling van de uitkering van het Gemeentefonds 2020 in de opstelling van de Burap I 2020. Ook willen zij weten of er rekening wordt gehouden met de te verwachten lagere OZB woningen en niet-woningen inkomsten in de opstelling van de Burap I. Daarnaast wil de fractie weten welke beleidsmatige en financiële consequenties dit dan heeft.