Het college heeft de schriftelijke vragen beantwoord van VVD en PLV over de bouw van tiny houses. Dit naar aanleiding van de onrust, die is ontstaan onder de bewoners van onder andere de Vughtse Hoeven. Zij vreesden dat de speeltuintjes plaats zouden moeten maken voor woningen. Het college heeft geantwoord dat tijdelijke woningen niet op de locaties van de speeltuintjes geplaatst zullen worden en heeft het onderzoek ‘on hold’ gezet.
Daarnaast is het college het eens met de fracties, dat speeltuinen een belangrijke maatschappelijke en sociale functie hebben als ontmoetingsplek, die kinderen stimuleert te bewegen en dat speelvoorzieningen niet zullen verdwijnen. De locatie voor de tiny houses zijn niet bekend. Op 23 maart wordt een plan van aanpak voorgelegd, waar participatie een onderdeel van vormt. Overigens hoeft er voor tijdelijke woningen geen bestemmingsplan wijziging te komen. Het college benadrukt dat de plaatsing van tijdelijke woningen is bedoeld om de druk op de wachtlijsten van de woningbouwcorporaties te verminderen. Bij het aanwijzen van locaties wordt rekening gehouden met de inpasbaarheid van de woningen en leefbaarheid voor de (toekomstige) bewoners. Tenslotte stelt het college dat de noodzaak voor urgent woningzoekenden hoog is en het dus zinvol blijft, locaties te onderzoeken voor het plaatsen van tijdelijke woningen.