In zijn algemeenheid was de Raadscommissie donderdag 13 april tevreden met het plan van aanpak ‘Tijdelijk Wonen’. Wel werden er door diverse fracties kanttekeningen geplaats bij de uitwerking van het plan van aanpak. Draagkracht creëren bij bewoners voor de locaties was een pre.
Rutger Jans van het CDA hield de raad wel voor dat in dit plan het algemeen belang voorop staat. Hij wilde graag weten hoe in de criteria de tijdelijkheid wordt geborgd en bij de zoektocht naar locaties er gekeken gaat worden naar de leef – en woonkwaliteit.
Joris Vrensen (PLV) zag niks in dit plan en voelde meer voor permanente woningbouw in de vorm van hoogbouw.
Nino de Lange (PvdA/GL) vond het belangrijk dat de woningnood zo snel mogelijk wordt opgelost. Hij vroeg zich af hoe de rol van de raad in deze is. De uitleggebieden mochten voor tijdelijke bewoning meegenomen worden in de zoektocht naar geschikte locaties maar inbreilocaties voor hem wel de voorkeur hebben.
Fractie Rasenberg vond de criteria op onderdelen te strak. Zij pleitte er ook voor om in het buitengebied te bouwen en vond dat de aanbevelingen van de bewoners meegenomen moeten worden.
Aya Yacoub (SP) was blij dat bewoners betrokken worden in de zoektocht naar geschikte locaties. Zo wordt draagvlak gecreëerd voor de participatie. Maar zij pleitte wel voor de bouw van permanente betaalbare woningen.
Willem Jan de Graaff (D66) pleitte voor een heldere en duidelijke communicatie naar de bewoners. Hij vroeg zich af waarom in het plan van aanpak de leegstand van gebouwen niet was meegenomen.
Koen van Dinther (VVD) gaf aan dat goed geluisterd moet worden naar de vragen van de bewoners en het herstel van vertrouwen als overheid bij de burger. Hij was tevreden met het voorliggend plan.
Bregje Peijnenburg (GB) vond het onbegrijpelijk dat Fortduinen niet als locatie meegenomen wordt. De noodzaak van tijdelijke woningen is aanwezig maar daar mag het groen niet de dupe van worden.
In haar beantwoording gaf verantwoordelijk wethouder Yvonne Vos aan dat de woningcrisis ervoor zorgt dat er tijdelijk gebouwd moet worden. De maximale tijd voor tijdelijk woning 15 jaar bedraagt maar de woningen daarna nog niet afgeschreven zijn. De toekenning van de woningen ligt bij de Charlotte van Beuningenstichting. Om geen tijd verloren te laten gaan pleitte zij ervoor om bewoners – vooruitlopende op het raadsbesluit van 25 mei – al locaties aan te laten dragen waar tijdelijke woningen zouden kunnen komen. Met betrekking tot leegstand gaf zij aan dat onder andere De Wieken niet ingezet wordt voor tijdelijke bewoning. De aangewezen uitleggebieden worden meegenomen in de locatie onderzoeken omdat ontheffing voor tijdelijke woningen daar mogelijk is.