Home Bestuur & politiek Aa en Maas enig Brabants waterschap zónder meldplicht voor grondwaterputten

Aa en Maas enig Brabants waterschap zónder meldplicht voor grondwaterputten

Waterschap Aa en Maas heeft als enig Brabants waterschap géén meldplicht voor particuliere grondwaterputten. Deskundigen en milieu-organisaties maken zich daarover zorgen. “Klaarblijkelijk gaan de belangen van agrariërs boven die van natuurbescherming en dat is zeer kwalijk.”

Tekst gaat verder onder de video

Particulieren die grondwater oppompen dragen flink bij aan de toenemende droogteproblematiek in Noord-Brabant. Uit alle hoeken van de samenleving klinkt daarom de roep om in te grijpen, maar overheden weten niet waar de grondwaterputten zitten en hoeveel water ze oppompen. Daarom hebben twee van de drie Brabantse waterschappen onlangs een meldplicht voor kleine grondwaterputten ingesteld. Daaronder ook waterschap De Dommel, actief in Heusden, Boxtel, Vught en Sint-Michielsgestel.

In Brabant gebruiken we meer grondwater dan dat er aangevuld wordt

Brabantse Milieufederatie

Maar Waterschap Aa en Maas, verantwoordelijk voor de waterhuishouding in de rest van het uitzendgebied van Dtv Nieuws, vaart zijn eigen koers. Bestuurder van het waterschap Peter van Dijk verklaart: “Wij hebben onze inwoners gevraagd om een vrijwillige melding te doen. Wij hebben nu onze handen meer dan vol aan het in kaart brengen van professionele onttrekkingen. De particuliere onttrekkingen hebben daarom geen prioriteit bij ons.” De Brabantse Milieufederatie kan daar geen begrip voor opbrengen: “In Brabant gebruiken we meer grondwater dan dat er aangevuld wordt. Daarom moet er dringend minder grondwater onttrokken worden. Dat geldt ook voor de zogenaamde kleine onttrekkers.”

‘Zonder water, geen later’

In september 2022 publiceerde de adviescommissie Droogte van de provincie Brabant een rapport met de veelzeggende titel ‘Zonder water, geen later’. De commissie schreef dat ‘de droge zomers van 2018, 2019 en 2020 nog op ons netvlies gebrand staan’ en dat de onbeperkte toegang tot zoet water in Brabant niet langer gegarandeerd is, waardoor ingrepen nodig zijn.

Uit het rapport blijkt dat er meer grondwater wordt gebruikt dan erbij komt, met droogte tot gevolg. Dat is slecht voor onder anderen de boeren, biodiversiteit en de kwaliteit van het Brabantse drinkwater. De landbouw gebruikt volgens de commissie het meeste grondwater. Gevolgd door de zogenaamde niet-geregistreerde onttrekkers, particulieren die via eigen grondwaterputten water oppompen. Zij slurpen volgens de onderzoekers meer grondwater dan de Brabantse industrie.

Noodzaak

Omdat we in Nederland lange tijd een overschot aan water hadden, was het niet nodig om deze kleine putten te registreren. Maar vanwege de toenemende droogte is die noodzaak er nu wel. Eind vorig jaar concludeerden de Unie van Waterschappen en verschillende ministeries dat het ‘nodig is dat alle onttrekkingen geregistreerd worden’, inclusief de onttrokken hoeveelheden, ‘zodat hier beter op gestuurd kan worden’. Een oproep die herhaald werd door minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat in een Kamerbrief over het toekomstige waterbeleid in Nederland van 25 november 2022.

Met ‘Zonder water, geen later’ heeft Brabant zichzelf flinke doelen gesteld

Dimmie Hendriks, expert geohydrologie

Dimmie Hendriks, expert geohydrologie bij onderzoeksbureau Deltares, lichtte het belang van de registratie van grondwaterputten voor Brabant toe in een interview met H2O, een vakblad voor ‘waterprofessionals’. “Met ‘Zonder water, geen later’ heeft Brabant zichzelf flinke doelen gesteld, onder andere een forse vermindering van het waterverbruik door de landbouw. Daarvoor is het nodig zicht te hebben op hoeveel grondwater er wordt onttrokken”, zegt Hendriks.

“De algemene indruk is dat er sinds de droge zomer van 2018 heel veel kleine onttrekkingen bij zijn gekomen, ook doordat steeds vaker beregeningsverboden voor oppervlaktewater worden afgekondigd. Maar niemand weet precies hoeveel onttrekkingen er zijn, waar precies en met welk doel. Om grotere stappen te kunnen zetten moet je dit eerst in beeld hebben”, aldus Hendriks.

Geen capaciteit

Twee van de drie Brabantse waterschappen hebben gehoor gegeven aan de verschillende oproepen en hanteren sinds 1 september een meldplicht voor kleine grondwaterputten. Maar Waterschap Aa en Maas, dat actief is in Brabant-Noord, heeft een dergelijke meldplicht niet ingesteld. Een woordvoerder laat telefonisch weten dat het waterschap op dit moment niet de capaciteit heeft om de regelgeving rondom een meldplicht te organiseren. Het waterschap richt zich nu op de grote onttrekkers. Wel kijkt Aa en Maas naar de andere Brabantse waterschappen en gaat het eind dit jaar evalueren of zij ook een meldplicht in moet stellen.

Het is enigszins verrassend dat Waterschap Aa en Maas haar eigen koers vaart. Uit een onderzoek van de Rekenkamercommissie van Aa en Maas blijkt namelijk dat de waterschappen gezamenlijk optrekken voor verschillende beleidsdoelen. Wat betreft de kleine grondwateronttrekkingen stond Waterschap De Dommel ‘aan de lat’ en het lag dan ook in de lijn der verwachting dat Waterschap Aa en Maas het beleid van De Dommel zou volgen.

Als verantwoordelijk beheerder wil je toch weten wie er aan het grondwater zit?

Gé van den Eertwegh, hydroloog

Hydroloog Gé van den Eertwegh maakt zich zorgen. “Het zou niet eens een keuze moeten zijn om de kleine grondwateronttrekkingen niet te registreren. Als verantwoordelijk beheerder wil je toch weten wie er aan het grondwater zit? Want anders kan je geen beleid maken.” Dat er te weinig capaciteit zou zijn bij de waterschappen vindt Van den Eertwegh moeilijk te geloven. “Er werken zo’n 11.000 mensen bij de waterschappen in Nederland. Met zoveel mensen aan boord moet er toch een ploegje zijn die dit kan organiseren?”

Eerste stap

De Brabantse Milieufederatie deelt die mening en roept Waterschap Aa en Maas op om alsnog een meldplicht in te stellen. Volgens de milieugroep is een dergelijke plicht slechts een eerste stap en is het daarnaast “belangrijk om te weten hoeveel water er onttrokken wordt en waarvoor. Zo kunnen waterschappen en provincie beter sturen op de verdeling van het schaarse grondwater op het moment dat het te droog is.”

De provinciale Partij voor de Dieren (PvdD) diende eind 2021 al een motie in met als doel de waterschappen ‘bij de les te houden’. De PvdD wilde laten onderzoeken of de waterschappen het provinciale beleid, onder andere ten aanzien van grondwater, voldoende implementeerden. De motie werd met een grote meerderheid verworpen.

Klaarblijkelijk gaan de belangen van agrariërs boven die van natuurbescherming en dat is zeer kwalijk

Ellen Putman, Partij voor de Dieren

Maar het beleid van Waterschap Aa en Maas bewijst volgens Ellen Putman, fractievoorzitter van de provinciale PvdD, maar weer eens dat een dergelijk onderzoek nodig is. Putman: “Het risico wat de bewoners lopen, is dat er nu geen keuzes gemaakt worden over hoe we met schaars zoet water omgaan. We hebben nog steeds te maken met verdroging. Als je het niet eens inzichtelijk maakt, kun je het ook niet monitoren.”

Onder andere omdat de provincie volgens de PvdD ‘aan de lat staat’ op het gebied van natuurherstel en het behalen van de doelen die volgen uit de Kaderrichtlijn Water. “Klaarblijkelijk gaan de belangen van agrariërs boven die van natuurbescherming en dat is zeer kwalijk”, zegt Putman.

Landelijk probleem
De discussie rondom het beleid van Waterschap Aa en Maas staat niet op zich. Afgelopen september constateerde EenVandaag dat 16 van de 21 Nederlandse waterschappen in ieder geval tot aan afgelopen zomer weinig zicht hadden op de hoeveelheid grondwater die kleine gebruikers oppompen.
Eerder dit jaar constateerde onderzoeksplatform Investico dat de ‘landbouwlobby’ er voor zorgde dat minister Harbers van Infrastructuur en Water een vergunningsplicht voor grondwateronttrekkingen uit de nieuwe water- en droogteplannen schrapte, waardoor het landelijke beleid volgens experts veel te vrijblijvend is. Alle ophef bleef niet onopgemerkt in de Tweede Kamer. In juli nam de Kamer een motie van D66 aan die oproept om alsnog een vergunningsplicht voor grondwateronttrekkingen te onderzoeken.