Paul de Vet, sectorhoofd crisisbeheersing en rampenbestrijding van de veiligheidsregio Brabant Noord is tevreden over de samenwerking tussen gemeenten, ministeries en andere organisaties die betrokken zijn bij de crisisbeheersing. Dat zei hij woensdag in ‘NOVO3 Live’.
Bij deze organisatie werken zo’n 250 beroepsmensen en duizend vrijwilligers. Een van de taken van de Veiligheidsregio Brabant Noord is het aanleveren van data naar landelijke monitors die worden meegewogen in het pakket van maatregelen die het kabinet neemt.
Doordat het aantal besmettingen de laatste weken sterk daalt, neemt ook de druk op het werk van de Veiligheidsregio crisisbeheersing en rampenbestrijding af, zegt De Vet. “In de eerste weken hadden wij heel veel werk in de ondersteuning van de acute zorg, informatievoorziening en juridische procedures. Dat verschuift op dit moment. Nu is er veel meer aandacht voor de sociaal-economische gevolgen die dit allemaal heeft, zoals bedrijven die het erg moeilijk hebben. Voor de crisisorganisatie wordt het nu iets rustiger, al blijft er genoeg werk met uitvoering van de noodverordening die nog geldt.”
De Veiligheidsregio heeft zelf te maken gehad met vijf mensen die besmet zijn geweest met het virus. “Wij zijn door ons werk professioneel bij deze crisis betrokken, maar als collega’s besmet raken ondervinden we zelf de beperkingen. Als crisismanager moet je dan erg alert zijn, ook als bijvoorbeeld een familielid van een collega is getroffen. Je moet je dan afvragen: kan die collega zijn werk nog adequaat doen en kun je nog van hem vragen met zijn werk door te gaan.”
Volgens De Vet blijft de waakzaamheid bij zijn organisatie groot. “We zijn er nog absoluut niet. We blijven scherp monitoren wat de versoepelingen doen die zijn afgekondigd. Een tweede piek zou een veel te grote aanslag leggen op de zorgcapaciteit.”
Beluister hier het volledige gesprek van Paul de Vet bij NOVO3 live.
Presentatie en techniek Frans van Buuren.