Op dinsdag 31 augustus opent Reinier van Arkel een bescheiden tentoonstelling ‘Reinier van Arkel en Voorburg tijdens de Tweede Wereldoorlog’. Over de oorlog in Vught en ’s-Hertogenbosch is veel geschreven, maar over wat zich toen afspeelde op Voorburg en Reinier van Arkel is bij een breed publiek niet veel bekend. Met foto’s en beschrijvingen geeft deze tentoonstelling een indruk over deze periode.
De tentoonstelling is een hommage aan al degenen die zich onder erbarmelijke omstandigheden inzetten voor de kwetsbare psychiatrische patiënten, maar wil vooral de patiënten herdenken die overleden in Auschwitz en aan de degenen die ter plekke aan oorlogsverwondingen bezweken.
Bezetting Voorburg
De Duitsers confisqueerden op Voorburg drie gebouwen en vijf Engelse zusters werden weggevoerd naar een interneringskamp. In 1942 verslechterde de situatie door de komst van zo’n duizend patiënten van psychiatrische instellingen in Heiloo en Santpoort. Zij werden naar Vught gedeporteerd vanwege de bouw van de zo genoemde ‘Atlantikwall’ om het land tegen een invasie van geallieerden te verdedigen.
In documenten van Santpoort, de Godshuizen, Inspectie, de gemeenten Vught en ’s-Hertogenbosch en Reichskommissariat werd nergens gesproken over consequenties van de deportatie voor de zorg op Voorburg. De gevolgen van de deportatie waren verschrikkelijk voor de psychische en lichamelijke toestand van de patiënten. Het sterftecijfer steeg flink, vooral door infectieziekten. De begraafplaats op Voorburg moest flink uitgebreid worden. Bovendien waren er veel meer hongerige monden te vullen. Om dat mogelijk te maken werden plantsoenen en grasvelden omgeploegd tot land- en tuinbouwgrond.
Bij de patiënten uit Santpoort waren vijf joodse patiënten. Op Voorburg waren er twee: Abraham van Leeuwen en Helene van der Gaag-Krug. De Duitsers hielden razzia’s om hen op te sporen en hen via Westerbork naar Auschwitz weg te voeren.
In totaal zijn er binnen Reinier van Arkel en Voorburg 9 oorlogsslachtoffers te betreuren.
Bevrijding
In september en oktober 1944 namen in ‘s-Hertogenbosch, Vught en omgeving de gevechtshandelingen tussen Duitsers en geallieerden explosief toe. Boven ‘s-Hertogenbosch en Vught vlogen regelmatig bommenwerpers. Piloten wisten dat zij hun lading niet moesten richten op een dak met een rood kruis (gezondheidszorginstelling). Tijdens de (dreigende) bombardementen verscholen de mensen zich in de schuilkelders waarin vooral in ‘s-Hertogenbosch ook onderduikers zaten. De gevechten gingen op het landgoed Voorburg en in ‘s-Hertogenbosch rondom Sluis 0, waar Reinier van Arkel tegenaan ligt, van man tot man. Daardoor kon het gebeuren dat aan de voorkant de Duitsers de gebouwen ontvluchtten, terwijl aan de achterkant de Engelsen er naar binnen gingen. Uiteindelijk werd ‘s-Hertogenbosch op 27 oktober 1944 bevrijd. Maar de oorlog ging boven de rivieren door. En daardoor kon het gebeuren dat er op 21 februari 1945 een bom viel op een afdeling van Voorburg waarbij veel materiële schade was en er een dodelijk slachtoffer te betreuren viel.
De tentoonstelling is te zien op locatie Bethaniestraat 2 te ’s-Hertogenbosch op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur. Ook op de open monumentendag, zaterdag 11 september is de tentoonstelling te bezichtigen tussen 11.00 en 16.00 uur.