Sinterklaas heeft veel namen, zoals Sint-Nicolaas, Sint of Goedheiligman. Sinterklaas is de hoofdpersoon van het sinterklaasfeest op 6 december. De goede Sint komt altijd in Nederland aan op de 1e zaterdag na Sint Maarten. Vanaf dat moment mogen kinderen de schoen zetten. Op 5 december wordt dan pakjesavond gevierd.
Stukje geschiedenis
Met het inhalen van de Sint was Vught er vroeg bij. Zijn eerste officiële bezoek aan Vught dateert sinds 1929. In die tijd was het crisistijd en voor veel bewoners was het armoe troef. Niet iedereen was arm er waren ook rijke mensen. Toentertijd werden huizen tegenover het gemeentehuis gebouwd. Vught had ook de nodige landgoederen en buitenplaatsen van rijke mensen. Een aantal jonge inwoners staken de koppen bijeen om die grote kloof te dichten. Er werd een damesvereniging en een herencomité opgericht. De dames hielden zich bezig met de behoeften van de bevolking en de heren concentreerden zich op de organisatie van het spektakel. Er werden statuten opgesteld die ten doel hadden het lenigen van geestelijke en lichamelijke nood in arme huisgezinnen. Het zorgen voor een Rooms Katholieke opvoeding van arme en verlaten kinderen. Om hieraan te voldoen zamelden de dames geld in. Van dat geld werden onder andere grote hoeveelheden wol en katoen ingekocht. De dames waren bijna het hele jaar bezig met breien en haken van ondergoed tot sokken. Want dat waren geliefde kledingstukken. In de maand november werd een tentoonstelling gehouden in St. Joris, hoek Marktveld/Taalstraat. Alle inwoners konden genieten van de prachtig gebreide onderbroeken. De dames werden hierdoor heel populair bij de welgestelde Vughtenaren. Het lukte de dames ieder jaar weer veel geld op te halen en er een positief saldo aan over te houden. De heren daartegenover hadden meer moeite om fondsen te werven. De spanning liep hoog op toen twee besturen het Sint Nicolaas feest wilden vieren. Ondanks de spanning werd in 1954 gebroederlijk het 25 jarig bestaan gevierd.
1956 oprichting
Na al het geruzie komt het Sint Nicolaas comité onder curatele te staan van B&W. Er moest een inventarislijst van de goederen worden opgesteld en ingeleverd worden bij het gemeentebestuur. Het geld moest gestort worden op een geblokkeerde rekening van de Boerenleenbank. Ze konden alleen nog een vergunning krijgen na een machtiging van de burgemeester. Ze kregen alleen nog vergunningen als er deugdelijke statuten waren opgesteld. In die tijd vroeg iedereen zich af of de Sint nog wel in Vught zou komen. Om inwoners zo breed mogelijk te vertegenwoordigen mocht iedere stands-organisatie (mensen met een maatschappelijke taak vormen tezamen een stand) een bestuurslid afvaardigen. Het was de hoogste tijd om samen te werken. Er werden diverse patroonheiligen voor de dag gehaald.
Zoals de middenstanders – Sint Martinus, de vertegenwoordigers kwamen met Sint Christoffel, de boeren brachten de heilige Sint Isodorus instelling, de notabelen Sint Adelbert (Adelbertus van Egmond) en tot slot de armlastigen werden beschermd door Sint Vincentius.
De boeren hadden een heel leger aan heiligen. Elk beroep had zijn eigen heiligen. Bijvoorbeeld St. Jozef voor de timmerlui en voor de metaalbewerkers Sint Eloy. De protestanten moesten het zonder heiligen doen. Strenge regels werden door het College opgelegd.
In datzelfde jaar kreeg de nieuwe stichting, onder zeer strenge voorwaarden van het College, toestemming Sint Nicolaas te organiseren. Het College gaf meteen aan dat bij ongeregeldheden de vergunning voor de toekomst zou worden geweigerd.
Dit was een kleine greep uit Stichting Sint Nicolaas ‘Het Vughtse Kind’.
Bron ©Paul Kok.