Home 80 Jaar Bevrijding Herdenking ontruiming Kamp Vught

Herdenking ontruiming Kamp Vught

Foto: Lisette Broess-Croonen

Tachtig jaar geleden werd Kamp Vught ontruimd. De geallieerden kwamen eraan en de Duitsers wilden geen getuigen achterlaten. De laatste gevangenen werden in allerijl op transport gezet naar kampen in Duitsland. Deze ontruiming wordt iedere vijf jaar herdacht, zo ook afgelopen zondag.

Vanaf Nationaal Monument Kamp Vught ging een stille tocht, onder leiding van twee tamboers, naar de fusilladeplaats. Onderweg werden de namen van alle slachtoffers opgenoemd. Bij de fusilladeplaats vond de officiële herdenking plaats. Zo sprak Jeroen van den Eijnde, directeur van NM Kamp Vught, over de vredige plek die de fusilladeplaats nu is: “Contouren vervaagden, sporen verdwenen. Maar de oorlog leeft op tal van manieren door. Nieuwe oorlogen, dreigingen en onmenselijkheden houden ons in de greep. En toch staat hetgeen zoveel duizenden mensen hier werd aangedaan nog steeds op ons netvlies. Omdat we met elkaar besloten hebben deze gebeurtenissen in herinnering te houden. Omdat we willen leven in een vrije wereld die kan leren van het verleden. En bereid is in de spiegel te kijken.”

Hierna was het de beurt aan Commissaris van de Koning, Ina Adema: “Een oorlog begint niet op het moment dat de eerste bom valt. Of als het vuurpeloton de trekker overhaalt. Een oorlog begint al ver daarvoor. Én…een oorlog eindigt niet als de vrede is getekend. De impact van een oorlog dendert vaak nog decennialang door” Zelf verloor ze twee ooms in de oorlog: “Het verlies van zijn beide broers – en de manier waarop – droeg mijn vader zijn hele leven met zich mee. Een trauma dat hij nooit heeft verwerkt. Naar oorlogsherdenkingen ging mijn vader niet. Dat kon hij niet. Dus ging ik voor hem. Na afloop belden we altijd en spraken er niet over.”

Verzetsvrouw

Jetske van den Burger vertelde het verhaal van haar moeder, Mieke Steensma, die lange tijd in Kamp Vught gevangen zat omdat ze hulp had geboden aan Joden. Daar kwam ze op een gegeven moment in het Philips-Kommando terecht. “Naast haar officiële werk heeft ze ’s nacht regelmatig dingen voor  zichzelf kunnen maken. Van een stuk plexiglas zaagde en vijlde ze een hanger in de vorm van een traan, die ze mee heeft kunnen smokkelen gedurende de hele oorlog. Ik draag hem nu hier om mijn hals…” Met haar moeder maakte ze ook een reis naar Ravensbrück, waar ze na de ontruiming naartoe gebracht was en waar ze al die jaren later, studenten toesprak. “Zij was als geen ander in staat om de kleine positieve dingen uit die vreselijke periode te belichten, dat hield haar op de been en dat bracht ze over op de studenten. Ze leerde hen dat het niet uitmaakt tot welke groep iemand behoort, maar dat alleen telt wat een persoon doet, of ze nou communist, jehova, bordeelhoudster of verzetsvrouw waren. In tijden van nood leer je elkaar kennen en is solidariteit van levensbelang.”

De herdenking werd verder gevuld met twee liederen van JW Roy onder leiding van de Fanfare Bereden Wapens. De twee jeugddorpsdichters van Vught, Jenna Hehanussa en Jasmijn Togtema, spraken een speciaal gedicht uit. Na de taptoe en twee minuten stilte zong iedereen het Wilhelmus. Als afsluiting legden alle aanwezigen een bloem op het monument. Een indrukwekkende herdenking die liet zien dat de oorlog nog lang niet vergeten is.