Zondagmiddag vond in Nationaal Monument Kamp Vught de jaarlijkse herdenking van de kindertransporten plaats. Onder andere Marianne Schelvis hield een toespraak. Haar vader Jules Schelvis overleefde zeven kampen.
Marianne Schelvis vertelde hoe haar vader slechts één van de achttien gevangenen was die Sobibor heeft overleefd. Zijn vrouw en schoonouders zijn daar wel vergast. “Mijn vader heeft een groot deel van zijn leven gewijd aan het doen van onderzoek naar en het op de kaart zetten van dit kamp. Zijn grootste drijfveer om dit te doen was om mensen, maar vooral jongeren, te zeggen: vertel het door opdat we niet vergeten dat zoveel onschuldige mensen door Hitler en zijn barbaarse naziregime zijn vermoord. Mijn vader heeft belangrijk werk verricht met als motto: vertel het door opdat wij niet vergeten. Want het grootste goed wat mensen kunnen hebben is een goede gezondheid in vrijheid.”
Op 6 en 7 juni stapten bijna 1300 kinderen met één van hun ouders vanuit Kamp Vught op de trein. Na aankomst in Sobibor werden ze direct vergast. Volgens Jeroen van den Eijnde, directeur van Nationaal Monument Kamp Vught, is het een tijdloos verhaal van onmenselijkheid. “Van de uiterste consequentie van andere mensen haten, buitensluiten, in een hoek drukken en vervolgen. Het is ook een verhaal van onmacht en verdriet, van ongeloof en woede. Een verhaal dat zich hier heeft afgespeeld, in kamp Vught, in Nederland. Dit besef houden we levend door bij elkaar te komen op momenten als deze.”
“Kinderen in Nederland groeien nog altijd op in vrede en vrijheid. Maar terwijl wij hier samenkomen zijn er helaas heel veel plekken en mensen op deze wereld die snakken naar vrede en vrijheid. Ook is nooit vanzelfsprekend dat het hier in Nederland zo blijft. Sterker nog. Steeds vaker staan we tegenover elkaar, in plaats van naast elkaar. Zijn we boos, gefrustreerd en angstig. En zien we hoe bij sommige mensen die gevoelens omslaan in haten, buitensluiten en in een hoek drukken. Zowel kinderen als volwassenen kunnen leren om bewuster om te gaan met die dingen die zó belangrijk zijn in ons leven, maar ook zo onzichtbaar. Pas als vrede en vrijheid er niet meer zijn, besef je wat die betekenen. Door hier vanmiddag te zijn, laten we óók zien dat dit voor ons wat betekent. En daar begint het mee.”
Aan de herdenking werken ieder jaar ook de kinderen van groep zeven van basisschool De Schalm mee. Voor aanvang lazen ze de namen voor van alle weggevoerde kinderen. Tijner, Joep en Madeleine vertellen het verhaal van drie weggevoerde kinderen. Na afloop van de herdenking plaatsen de kinderen 81 vlinders op het speciale kindermonument. Alle andere bezoekers mogen vlinders ophangen aan het prikkeldraad erachter. Voor elk kind een vlinder. De kinderen hadden ook het idee bedacht om slingers op te hangen met foto’s van de kinderen. Deze hingen in de boom naast het monument. Met ook veel silhouetten, want van niet elk kind is een foto bekend.
Het monument was een initiatief van onder andere Lotty Huffener-Veffer. Zij overleefde de oorlog, maar haar zusje en ouders werden tijdens de kindertransporten weggevoerd en kwamen nooit meer terug. Lotty is inmiddels ook overleden, maar haar nabestaanden komen nog ieder jaar naar de herdenking. De kleine Aloy (2 jaar) bevestigde meerdere vlinders aan het monument. Zij zette het werk voort waar haar overgrootmoeder zo belangrijk in was.