Home Algemeen Extra financiële steun voor NM Kamp Vught

Extra financiële steun voor NM Kamp Vught

Foto: Yvonne van Esch/NOVO3

Nationaal Monument Kamp Vught en vier andere herinneringscentra voor de Tweede Wereldoorlog ontvangen extra financiële steun om volgend jaar te kunnen blijven draaien. Staatssecretaris Vincent Karremans benadrukt dat deze bijdrage eenmalig is. De exacte hoogte van het bedrag is nog niet bekend.

Naast NM Kamp Vught krijgen ook Kamp Westerbork, Kamp Amersfoort, het Oranjehotel en het Indisch Herinneringscentrum een extra financiële injectie. Vorige week stuurden de herinneringscentra gezamenlijk een brief aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om hun financiële situatie onder de aandacht te brengen. In de brief stellen zij dat de huidige subsidie, die sinds 1998 wordt toegekend, voornamelijk bedoeld is voor behoud en beheer en daarom onvoldoende is om aan de huidige behoeften te voldoen. Bovendien groeit de subsidie niet mee met de stijgende onkosten.

NM Kamp Vught

Jeroen van den Eijnde, directeur van Kamp Vught, verklaarde dat de belangstelling voor de geschiedenis van Kamp Vught toeneemt. “We zijn echter niet ingesteld op een sterke groei en uitbreiding van onze taken. Sinds vorig jaar jaar hebben we ons vaste team kunnen uitbreiden naar 9,4 fte, maar we kunnen het volledig potentieel van deze plek nog niet benutten. Dit ondanks de inzet van ruim 140 vrijwilligers en het ontvangen van meer dan 87.000 bezoekers vorig jaar. We zijn blij met het begrip en de bereidheid van ondersteuning van het ministerie, maar het eenmalige karakter helpt ons niet om het structurele tekort aan middelen en formatieplaatsen op te lossen. Wellicht dat het gesprek dat gaat komen, nog openingen biedt om ook een toekomstgericht structureel perspectief te vinden.”

Micha Bruinvels, directeur van NM Kamp Amersfoort, reageerde verheugd namens de vijf herinneringscentra. Maar ook hij benadrukt dat een eenmalige bijdrage niet voldoende is en een solide basis noodzakelijk is. “Dan kunnen we beter voldoen aan het groeiend aantal bezoekers en de vraag naar educatie over de Tweede Wereldoorlog en over de holocaust en over maatschappelijke ontwikkelingen als polarisatie en toenemend antisemitisme.”