Home Algemeen Examentijd

Examentijd

Ton Wagenaars

Ton Wagenaars

Als je je hele leven in het onderwijs hebt gezeten, blijf je denken in schooljaren. Bij aanvang van een nieuw schooljaar hangen twee weken van tevoren bij alle invalshoeken van het dorp de spandoeken met de bekende tekst “Wij gaan weer naar school.” En na de eindexamens is het vlaggetjesdag met uit de studiekamers een heuse Nederlandse vlag met daaronder een lege boekentas.

Half mei is het dus weer examentijd. Een periode waarin de honderden kandidaten met hun ouders veelal gestrest door het leven gaan. Er gaat immers getoetst worden wat je in vier, vijf of zes jaar bij elkaar hebt geleerd. Ze staan met hun 5.5 gemiddeld veelal op het randje bij het centraal schriftelijk. In deze weken wordt men bij elkaar geperst in de altijd sfeervolle gymzalen waar de tafeltjes genummerd zijn en er een strategische afstand is tussen de kandidaatjes. Ik heb er jaren mogen surveilleren en dat was best een beleving omdat je toch een groot deel van de scholieren kent en hen soms wel verschillende jaren heb voorbereid op deze cruciale momenten. Ik was sterk in het geven van vertrouwen en men huldigde mijn cynisme of liever nog ironie. Met satanisch genoegen kon ik de huisregels uitleggen met daarbij menige glimlach naar een strak gespannen snuitje. Ik verhaalde over de dodelijkheid van fraude en gaf uitleg over hoe de multiplechoicevragen moesten worden ingevuld. “Je maakt het hokje voor het goede antwoord zwart. Mocht je het antwoord later willen veranderen, dan kan dat. Je zet een duidelijk kruis door het eerste zwartgemaakte hokje en maakt een ander hokje zwart. Twee zwartgemaakte hokjes bij een vraag zijn dus altijd fout!” Na een welgemeend “Succes knapperds!” wil je overgaan tot de uitdeling van de examens maar een priemende vinger van Els verstoort het openingsceremonieel. Je waarschuwt de dame nog: “Dit moet een overbodige vraag zijn vrouwke,” Maar Els volhardt en ze krijgt voor een volle zaal het woord: “Mag je het hokje ook met rood zwart maken?……

Examens geven uren van intense stilte. Meer dan honderd verrukkelijke pubers graven zich in achter hun lessenaartje. De surveillanten zijn geposteerd op vier strategische punten. Hier heerst orde, hier wordt kennis aan het papier toevertrouwd, hersenen kraken en soms worden wenkbrauwen gefronst. Op de tafeltjes ligt de proviand voor de komende twee en een half uur: flesjes water, boterhammen, koeken, Snickers, biscuits en nog een ransel met kauwgerei. Als een pen valt klinkt dat oorverdovend. De surveillant maakt zich dienstbaar en raapt alles wat valt op. “At your service!” wordt er dan gelispeld.

Soms vingers omhoog. Het zijn de smeekbeden om aanvulling van papier. Het is ook vaak de roep om een sanitaire stop. Surveillanten gaan dan mee richting toilet. Buiten de examenzaal worden dan enkele woorden gewisseld. “Valt het mee?” of “Hoe lang heb ik nog?” Ook wordt de vrees weggenomen dat de surveillant het toilet mee ingaat. “Gaat U mee de toilet in?” “Ik moet er niet aan denken…”

Fraude plegen is een doodzonde. Telefoons komen de examenzaal niet in. Horloges vaak ook niet, want wat kan zo’n ding allemaal? Woordenboeken tegenwoordig wel. Wel even controleren op blaadjes ….. Je hoopt ieder jaar maar weer dat niemand de euvele moed heeft het toch te proberen. Het geeft heel veel tranen, lange discussies, ruzies en in ieder geval geen diploma.

Toch ooit meegemaakt. De altijd gemotiveerde, nimmer versagende en beleefde Simone zag ik eens een minuscuul papiertje uit haar vestzakje opvissen. Ze keek er wat verbaasd naar, maar het was ongetwijfeld een uiterst informatief geschrift en dus illegaal. Er moest ingegrepen worden en derhalve werd zij van achteren beslopen en was daar de voorspelbare vraag: “Zou ik dat papiertje mogen hebben, Simone?” Deze was zo verrast dat het papiertje ter grootte van een biljet van vijf euro verkreukelde, maar direct daarna toch werd afgestaan. “Ik weet echt niet meneer, waar het vandaan komt. Het is niet wat U denkt en het is niet van mij…” De eerste tranen welden op. Ik sloeg het vermaledijde papiertje open en las: “Hallo lieverd. Veel succes vandaag, wij duimen voor je. Je zenuwachtige moeder.” Er viel een pak van mijn hart toen ik haar het velletje weer toestopte. Een gelukzalige glimlach straalde me tegemoet terwijl ik knipogend naar mijn “uitkijkpost” terugschoof.

In deze tijd leven we nu dus. In heel veel gezinnen is eenieder nu gefocust op het centrale schriftelijk waarvan de uitkomsten over zo’n week of zes bekend gaan worden. Hun leven wordt erdoor beheerst.

Van harte aanbevolen dus: een wandeling langs zo’n omgebouwde gymzaal met op alle deuren de waarschuwing: “Stilte!  Eindexamens. “ . En dan vooral na afloop van een examen als de deuren opengaan en waar leerlingen elkaar dan ontmoeten en resultaten uitwisselen. Ook zijn er ontmoetingen tussen de surveillanten en hun pupillen. “Stom he van mijn moeder, met dat supportersbriefje in mijn vestzakje. Morgen mijn slechtste vak; Frans. Ik ga haar waarschuwen meneer.“ En dan de jubelkreet van een andere vrouwelijke kandidaat aan haar leraar: “Viel reuze mee, meneer. En ik heb alle hokjes van de goede antwoorden met zwart zwartgemaakt!“

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in