Dani Smith en Nico Selanno maken zich hard voor behoud van de graven van KNIL-militairen die begraven liggen op de algemene begraafplaats aan de Sint Elisabethstraat. Zij pleiten voor vrijstelling van betaling van grafrechten. In Blikveld gaven zij de stand van zaken weer.
De Stichting Warisan Budaja (Ons Erfgoed) heeft deze week een overleg gehad met de burgemeester. De doelstelling van de stichting is om de 116 graven van oud KNIL-militairen gelegen aan de Sint Elisabethstraat een eeuwigdurende kwijtschelding van grafrechten te geven. In het overleg is toegezegd om een herinneringsbord te plaatsen op het kerkhof.
Achterliggende gedachte van het verzoek is dat volgens Nico Selanno zijn ouders en grootouders nooit de eer hebben gekregen van de oorlog die gevoerd werd tegen de Jappen. 74 jaar geleden hadden zij nooit gedacht in Vught te worden begraven. Deze militairen zijn toen grof beledigd omdat ze stateloos werden en nooit de eer hebben gekregen die ze verdienden.
Dani Smith vertelde dat hij zelf ook affiniteit heeft vanwege zijn opa die ook KNIL-militair was. Het is volgens hem ook te gek dat zijn generatie nog bezig moet zijn met de menswaardigheid die deze militairen verdienen.
Gemeentelijk monument
In Nederland hebben 100 burgemeesters een convenant ondertekend die pleiten om het Molukse leed te erkennen. Er zijn ook al een aantal gemeenten die de graven als gemeentelijk monument hebben opgenomen. Tiel is de eerste gemeente die dat gedaan heeft. Het zou ook te gek zijn, aldus Dani, dat mensen moeten overwegen die krap bij kas zitten om het graf op te moeten ruimen vanwege de grafrechten. Dat er geen eenheid is binnen de Molukse gemeenschap heeft te maken met de invulling en uitvoering van het plan. Het doel staat buiten kijf. Daar is iedereen het mee eens.
In het overleg heeft de burgemeester toegezegd om op de Vughtse scholen de geschiedenis van deze KNIL-militairen onder de aandacht te brengen. Daarnaast heeft hij aangegeven dit voor beëindiging van zijn burgemeesterschap te willen regelen.
Presentatie Ans de Man en Michel Versteeg, techniek en editor Ralph van Dongen.
