Home Algemeen Bert Oomen: ‘mijn boek stemt niet vrolijk’

Bert Oomen: ‘mijn boek stemt niet vrolijk’

Foto: Lisette Broess-Croonen

Vughtenaar Bert Oomen wilde weten waarom de daders van de Tweede Wereldoorlog hun vreselijke daden deden. Dat leidde tot nieuwe inzichten over Kamp Vught, die hij beschreef in zijn boek ‘Kamp Vught 1942-1943: daders en drijfveren’.

Hoewel de gepensioneerde stedenbouwkundige altijd al interesse had in de Tweede Wereldoorlog, kwam de interesse voor Kamp Vught pas jaren later. “In 2002 kwam ik weer in Vught wonen en een paar jaar later wilde mijn moeder opeens met mij een bezoek aan Nationaal Monument Kamp Vught brengen. Na lang doorvragen kwam ik erachter dat mijn ouders het in de oorlog niet hadden aangedurfd om onderdak te verlenen aan een Joods gezin. Ze waren te bang voor de consequenties. Mijn moeder is zich daarna altijd af blijven vragen hoe het dat gezin is vergaan. Het leidde tot mijn eerste boek: ‘Ze bouwen daarginds een concentratiekamp’, over de morele dilemma’s waar de inwoners van Vught mee te maken kregen.”

Hiermee was zijn interesse voor het voormalige concentratiekamp voorgoed gewekt. Oomen ging er werken als rondleider en zit nu nog steeds in de historische commissie. “Daarin hebben we vooral aandacht voor de verhalen van de slachtoffers, maar ik wilde ook heel graag meer weten over de daders. Ik wilde begrijpen waarom ze deden wat ze deden. Het hoe en waarom van menselijk handelen heeft me altijd geïnteresseerd. Ik ben een groot, wetenschappelijk onderzoek gestart en dat heeft geleid tot mijn nieuwe boek. Met het onderzoek heb ik een goed antwoord gekregen op mijn vragen, maar die antwoorden stemmen helaas niet vrolijk.”

Het morele kompas

Volgens Oomen waren de daders van de oorlog ervan overtuigd dat ze het juiste deden. “We hebben het altijd over ons morele kompas, maar een kompas wijst slechts één kant op. Er zijn echter heel veel moraliteiten die meerdere kanten op gaan. De top van de moraliteit is ‘heb uw naasten lief’, maar de meeste mensen bevinden zich in de middenmoot en bereiken die top niet. Van oudsher willen mensen graag tot een groep behoren en binnen die groep willen ze ook iemand zijn. Als de slechte denkbeelden binnen een groep overheersen, is het morele kompas er niet meer. Daarnaast speelt ook sociale pijn een rol. Als je niet bij een groep hoort, voel je een sociale pijn die vergelijkbaar is met fysieke pijn. Die pijn willen we vermijden en dat doen we door bij een groep te horen en de morele denkbeelden ervan over te nemen.”

Oomen vindt het schrikwekkend dat zijn boek in de vijf jaren dat hij het schreef, steeds actueler is geworden. “Lang dachten we dat we hadden geleerd van de oorlog en dat het niet opnieuw zou gebeuren. Maar nu in Oekraïne, Israël en in Amerika met Trump, zien we dezelfde mechanismen terugkomen. Allemaal willen ze iemand zijn die er toe doet. Schijnbaar maakt het dan niet meer uit of dat op een goede of slechte manier is. Het morele besef dat we onszelf voorhouden, blijkt heel dun te zijn. De morele drempels worden heel gemakkelijk ingeruild voor het iemand willen zijn. Het gaat ook om het wij-zij denken. Wij willen beter zijn dan de andere groepen.”

Concentratiekamp én Jodenkamp

In het boek staat ook veel geschreven over de structuur van de SS en Kamp Vught. “Dat Kamp Vught het enige concentratiekamp was buiten Duitsland in West-Europa, maar dat wisten we al. Maar het is ook het enige kamp dat zowel een concentratiekamp was, als een Jodenkamp (Judenlager). Concentratiekampen en Jodenkampen vielen beiden onder een andere tak van de SS met andere belangen. Dat zorgde voor een spanningsveld in het kamp. Dit was nog niet algemeen bekend.”

Oomen dacht ook altijd dat de SS een goed gestructureerd apparaat was. “De SS was helemaal niet zo goed gestructureerd en dat zorgde voor onderlinge concurrentie. We dachten altijd dat het succes door het beleid vanaf de top kwam, maar dat blijkt niet zo te zijn. De top hield de bevelen bewust vaag, waardoor er ruimte ontstond voor initiatieven van onderaf. Hierdoor kwamen juist de lagere mensen met ideeën om effectiever mensen te vermoorden. Het idee van vergassing komt niet van Hitler of Himmler, maar van een kampcommandant. Het waren de uitvoerders die de meest vreselijke dingen bedachten.”

De schrijver is tevreden over het resultaat, hoe zorgwekkend zijn conclusie ook is. “Ik denk dat het een zeer nuttig boek is voor iedereen die hierin geïnteresseerd is, maar ook voor diegenen die zich zorgen maken over de maatschappelijke ontwikkelingen. Herken wat er gebeurt en besteedt er meer aandacht aan. Het begint allemaal met het wij-zij denken. Het thema verdient aandacht. Ik schreef het in eerste instantie omdat ik de mechanismen van de oorlog inzichtelijk wilde maken. Dat het zo actueel zou worden, had ik niet verwacht.”

Het boek ‘Kamp Vught 1942-1943: daders en drijfveren ligt nu in de boekenwinkels en in de winkel van Nationaal Monument Kamp Vught. Het is ook online te koop via uitgeverij Walburg Pers en bol.com. Het boek kost 39.99 euro.